De kans dat je een kudde hollende zebra’s tegenkomt in een rechtbankgebouw in het Verenigd Koninkrijk is vele malen groter dan dat je er een rechtbankverslaggever treft. Dit is niet wetenschappelijk onderzocht, maar ik tekende het eens op uit de mond van oud procureur-generaal Harm Brouwer op een feestelijke bijeenkomst van journalisten. Mannen op dat niveau – Brouwer was toen eindbaas bij justitie – mogen niet liegen, dus is er kans dat het waar is.
Is het in Nederlandse rechtbanken anders in de zin van beter? Ik denk het wel. Hoewel? Van de collega die de grote rechtbank van Amsterdam doet, hoorde ik dat hij er tamelijk in eenzaamheid zijn werk zit te verrichten. Dat is nogal wat, want in Amsterdam gebeurt een hoop.
Is het erg?
Als er wordt gevoetbald zitten er 16 miljoen mensen op de tribune die na negentig minuten allemaal een stevige mening hebben. In de zalen van het recht zijn de tribunes doorgaans leeg, maar ook aan robuuste meningen over het strafrecht is geen gebrek. Al zeg ik het zelf: ter voorkoming van al te rigoreuze opvattingen (‘rechters zijn corrupt’) is het niet verkeerd dat er zo nu en dan een verslaggever aanschuift om de buitenwereld te vertellen over het reilen en zeilen van de strafrechtspraak.
Opdat we niet gaan roepen dat het strafrecht slappe hap is, dat ernstige zeden- of geweldsmisdrijven worden afgedaan met taakstrafjes (is niet zo). Of dat fietsen- en winkeldieven nooit strafrechtelijk worden vervolgd (worden ze wel). Dat alle rechters wereldvreemd zijn (slechts een enkeling) en advocaten graaiende grootverdieners (niet in het strafrecht).
Het ding kon de vergelijking
met een handgranaat doorstaan
Ik kwam op deze vraag (of het erg is) toen de officier van justitie afgelopen week het woord voerde in een strafzaak waarin een verdachte met een katapult
knikkers, moeren en bouten zou hebben afgeschoten op een medemens met wie hij een conflict had. Ook zou hij in het bezit zijn geweest van een zelfgefabriceerde bom die bestond uit vuurwerk en spijkers. In het projectiel school zelfs de dood, het ding kon de vergelijking met een handgranaat doorstaan, kregen de rechters te horen.
En daarom, sprak de officier van justitie met luide stem, is de taakstraf in deze ernstige zaak een gepasseerd station. Vervolgens kwam hij met een eis op de proppen die ook nog eens hoger was dan de landelijke richtlijnen die het Openbaar Ministerie hanteert: een jaar gevangenisstraf (helft voorwaardelijk). De officier van justitie voegde daaraan toe, met nadruk: ‘Ook als signaal naar de maatschappij.’
De woorden galmden na in de vrijwel lege rechtszaal en ik vroeg me in gemoede af hoe dit signaal ooit de maatschappij zou bereiken? Zittingszaal 14 heeft geen ramen waardoor je het naar buiten kunt schreeuwen of waaraan de maatschappij het oor te luister kan leggen. Zou het Openbaar Ministerie later op de dag misschien een persconferentie beleggen? Kwamen er spotjes op de regionale tv?
De hele rechtsgang duurt
vaak een eeuwigheid
Ik twitterde zittende aan de perstafel mijn overpeinzing de wereld in. De eenzame collega in Amsterdam reageerde, tikkeltje cynisch: ‘Daar hebben ze jou voor.’ De rechtbankverslaggever die als verlengstuk van het voorlichtingsapparaat van de overheid signalen moet verspreiden.
Mooi dat het zo niet werkt. Bovendien, veel fraais valt er (helaas) niet te signaleren.
De professionele deelnemers aan de strafrechtspraak vormen samen geen geoliede machine. Het rommelt, het recht krijgt lang niet altijd z’n beloop en de hele rechtsgang duurt vaak een eeuwigheid.
Donderdag moest een man komen opdraven die in 2015 was veroordeeld tot straf en het afdragen van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Dat is de criminele winst. Het gaat om 2.500 euro, in criminele kringen een dwarrelend pluisje. Niettemin heeft de man nog maar 400 euro afgedragen. Het is niet omdat hij niet wil betalen, zegt hij. Het is betalingsonmacht.
De officier van justitie had gezucht en gezegd: ,,Eigenlijk is dit te zot voor woorden.” Om vervolgens de rechtbank te vragen de man 30 dagen op te sluiten. Niet dat daarmee zijn schuld aan de staat werd ingelost, in het geheel niet zelfs, maar het opsluiten moest worden beschouwd als een signaal. Dat hij wel moet betalen.
De kwestie heeft al een vermogen gekost aan tolken, advocaten en deurwaarders en het einde is nog niet in zicht. De rechtbank wees het verzoek van de officier van justitie tot opsluiting af en wenste de man nog een prettige dag.
De misdaad zelf duurde 10 seconden
de rechtsgang bijna 6 jaar
Het is de deelnemers van deze rechtsgang vast een lief ding waard als de signalen de samenleving niet bereiken. Dat geldt ook voor een ander proces dat afgelopen week wel tot een einde kwam. De misdaad zelf duurde 10 seconden, de rechtsgang bijna 6 jaar.
Op 11 januari 2014 pleegde Gerrit een lelijke overval op een filiaal van Albert Heijn in Groningen. Hij zette een 16-jarige stagiaire een vuurwapen op het hoofd en maakte 1309,58 euro buit.
De eis luidde 3 jaar celstraf, maar de rechters in Groningen spraken hem in 2015 vrij. Te veel twijfel. Er volgde hoger beroep: eind 2017 werd opnieuw 3 jaar geëist. De raadsheren in Leeuwarden veroordeelden Gerrit zonder twijfel tot 4 jaar cel.
Gerrit ontkent de overvaller te zijn en stapte anderhalf jaar geleden naar de Hoge Raad (cassatie) om bij de hoogste rechter van ’t land de deskundigheid van de deskundigen te betwisten. Een bewegingswetenschapper had het loopje van Gerrit bestudeerd en vergeleken met het loopje van de overvaller op de camerabeelden. De wetenschappelijke conclusie: het is ‘m, zeker weten.
Bij de Hoge Raad werd Sherlock Holmes, de detective die nooit twijfelde, van stal gehaald: dat Holmes altijd zo zeker is van zijn zaak, maakt zijn werkwijze per definitie onwetenschappelijk’, klonk het.
De Hoge Raad laat zich er uiteindelijk niet over uit, maar concludeert nu dat het allemaal veel te lang heeft geduurd en dat Gerrit daarom recht heeft op een strafkorting van 5 maanden.
Gerrit is niet de eerste die vanwege de trage overheid wordt beloond met een korting op de straf. Het gebeurt voortdurend, in alle rechtbanken, door ’t hele land, maar in Noord-Nederland in het bijzonder.
Hoe kan dat toch? Bij het Openbaar Ministerie stapelen de dossiers die gereed zijn om aan rechters te worden voorgelegd zich op. Maar volgende week is het herfstvakantie. De rechtbank draait dan op een laag pitje, er worden nauwelijks strafzaken behandeld. Omdat de scholen zijn gesloten.
Ook geen lekker signaal naar de samenleving.
Rob Zijlstra
Bij het voetballen staan vooraf, tijdens en na een wedstrijd de lynchende critici al klaar.
Trainers, scheidsrechters en voetballers worden zowel geprezen als afgeslacht in de luidruchtige commentaren.
Zo worden er soms ook enkele processen van nietsontziende commentaren voorzien.
Meestal ben ik blij dat ik geen rechter ben.
Maar waar mijn vertrouwen in de Nedrelandse rechtspraak nu precies op gestoeld is?
In mijn leven heb ik twee keer met een Nederlandse rechter te maken gehad.
Een echte ervaringsdeskundige ben ik dus niet.
Dat de eerste keer ook nog eens te maken had met een vergissing van Justitie geeft dan ook nog eens te denken …
Vredelievende groet,
Goed artikel Rob, maar het gebrek aan belangstelling heeft er ook wel mee te maken dat de rechtspraak niet echt openbaar is in Nederland, je weet als burger ook niet welke zaak wanneer dient. Zie ook bijgevoegd artikel. https://www.nrc.nl/nieuws/2018/05/26/de-openbaarheid-van-de-rechtspraak-is-een-fictie-a1604311
Gezien de duiding die de genoemde Chris Klomp vaak brengt, de aandacht die zijn artikelen en hijzelf krijgen en hoeveel mensen daar het zo grondig oneens mee zijn, waar vaak ook uit blijkt dat ze niet (goed) lezen, lijkt het me wat optimistisch om te denken dat iedereen die zou lezen over de rechtsgang tot de conclusie zou komen dat rechters helemaal niet corrupt zijn. Men blijft toch het liefst bij de gevormde mening.
Wil niet zeggen dat dat soort nuances en verslagen niet goed zijn. Ik leer er juist heel veel van. Maar volgens mij is onvrede met overheid en justitie er altijd, hoe goed men het ook doet.