Angstbeschaving

Ik heb afgelopen week goed om me heen gekeken, kijkend of ik in het gerechtsgebouw van Groningen een glimp van angst kon waarnemen. U moet weten dat het rechtbankgebouw van binnen een ode is aan transparantie. Op het eerste gezicht. Kijk je beter, dan zie je niks.

Ja, ik zag in plaats van andersom twee boeven achter een politieagent aan hollen, ik zag de bovenwereld mogelijk even versmelten met de duistere wereld daaronder, ik las – tot grote schrik – dat een journalist, omdat hij integer zwijgt over zijn bronnen, op last van een rechter in de gevangenis is opgesloten. In Nederland!

Tussen dit alles door klonk het 24/7-gekrakeel op Twitter, waar eencelligen volhardend drieste aanvallen uitvoeren op rechters en de rechtspraak. Met amper tegenspraak.

Wat een chaos.

Over bang. Afgelopen week verscheen een artikel in het juridisch vakblad Mr. (online) dat schrijft dat in de gebouwen van de rechtbank Noord-Nederland, in Groningen, Assen en Leeuwarden, de angst regeert. Rechters, medewerkers zouden bang zijn voor het management, funest voor een werkbaar werkklimaat. Angst maakt lam. Vakbonden dringen aan op intern onderzoek, leden van de Tweede Kamer willen dat de minister iets doet.

In wandelgangen werd gegrapt en gegniffeld. Rechters zijn voor de duvel niet bang voor de brute leiders van motorclub No Surrender, maar zodra ze op de gang hun rechtbankchef tegenkomen worden ze overmand door angst. Zal voormalig bendeleider Henk Kuipers leuk vinden. In december wordt de strafzaak tegen hem en de zijnen in Groningen voortgezet.

Zijn de voor het leven benoemde rechters nou echt bang? Of zijn het de niet-rechters, de ondersteunende medewerkers die bij een reorganisatie gewoon te vrezen hebben voor hun baan?

Bokkige rechters vechten
elkaar nog net niet de tent uit

Iemand fluisterde, het rapport Visitatie Gerechten 2018, bladzijde 27. Daar staat dat de stronteigenwijze rechters zich voortdurend beroepen op hun onafhankelijkheid, een privilege dat ze misbruiken en aanwenden om zich afzijdig te houden van de eigen organisatie. Er staat dat rechters niet het besef hebben dat een goede bedrijfsvoering helpt om het ambt beter te kunnen uitoefenen.

Collegialiteit onder rechters, meldt pagina 27, verkeert in een nog pril stadium. Ook staat er: ‘Er zijn nog rechters die geen noodzaak zien tot kritische reflectie (…).

In de vrije vertaling: bokkige rechters vechten elkaar nog net niet de tent uit en doen waar ze zelf zin in hebben.

Misschien is het wel zo dat het angstaanjagende management wil afrekenen met dit ‘naar binnen gerichte cultuuraspect’ (klare taal: kortzichtigheid). Dat rechters daarom heul bang zijn dat ze iets moeten, dat ze straks geen eigen eigenwijze baas meer mogen zijn.

Ik weet nog niet hoe het onheil moet heten dat nu door de noordelijke gerechtsgebouwen spookt. Zorgelijk klinkt het allemaal wel. Rechters moeten, ook als het volk mort, met de voeten stampt en lelijk schreeuwt, impopulaire besluiten durven nemen. En als het er ooit echt op aankomt, dienen rechters zich vrij van angst aan te sluiten bij de stoersten van het land. Deze dure plicht brengt het ambt met zich mee. Onze vrijheid, zo wordt in vredestijd met graagte gezegd, is immers geen vanzelfsprekendheid.

Ook van agenten verwachten
we een boel

Maar ja, rechters zijn ook maar mensen. Zoals politieagenten dat ook zijn. Ook van agenten verwachten we een boel. Dat ze eerlijk zijn en oprecht, een dikke huid hebben tegenover lage salarissen en dat ze de boeven pakken en niet andersom.

Dat laatste gebeurde wel, zag ik door de kieren van de gesloten deuren van zittingszaal 14. Er stonden daar bij de kinderrechter twee rotjochies uit Haren – 16 en 17 jaar – terecht wegens diefstallen met geweld. In de lente hadden ze op paden van hun lommerrijke dorp voorbijgangers van fietsen getrokken, hen geslagen en geschopt en vervolgens beroofd.

Een van de voorbijgangers, op een sportieve fiets van Cube, was een politieagent. De jochies trokken hem omver, wierpen zich op hem, dreigden met de punt van een vleesmes en riepen ‘geef ons al je spullen’ en ‘geef ons de pincode’. Zo maakten de rotjochies een mobiele Samsung Galaxy A8, een portemonnee met dertig euro, bankpasjes, het rijbewijs en last but not least het politielegitimatiebewijs buit. En de Cube-fiets.

De rechters moeten nog uitspraak doen. Jeugddetentie en taakstraffen met stevige trajecten in de begeleiding moeten deze tieners terugbrengen op het rechte pad.

Kinderboeven die achter politieagenten aan hollen om hen te pakken, je wilt niet dat dit echt waar is. Je wilt niet dat rechters een integere journalist opsluiten om hem te dwingen wat hij nooit zal doen, zijn bron prijsgeven. Je wilt niet dat rechters en hun medewerkers bang zijn.

Of dat, dat ook nog, politieagenten bijklussen in het criminele circuit. Of dat echt waar is weet ik niet.

Vier mannen uit Groningen en Assen wisten een adresje waar duur gereedschap zou liggen. Omdat ze geld konden gebruiken wilden ze het gereedschap stelen. Ze gingen heen en trokken in het holst van de nacht met kabaal de deur open om hun slag te slaan. Een overbuur werd er wakker van, keek verstoord door het raam, zag, en belde de politie. In no time konden agenten na een korte achtervolging drie van de vier mannen arresteren. De vierde hadden ze al.

De vriendin had een
Levensgevaarlijke ex, vandaar.

De drie geven het toe, dat ze superdom zijn geweest en dat ze megaspijt hebben. De vierde die ze al hadden zegt onschuldig te zijn, hij liep daar toevallig, op weg naar een vriendin – met een vuurwapen, dat dan weer wel. De vriendin had een levensgevaarlijke ex, vandaar. Die drie? Die kent hij niet eens.

Tegen de vier zijn gevangenisstraffen geëist van 20 maanden. Maar daar gaat het nu niet om. In het pand lag geen duur gereedschap. Er was een deur naar een verborgen ruimte waar 300 oogstrijpe hennepplanten de bezitters – wie dan ook – florissant toelachten. ,,Dit was een inbraak in het criminele circuit,’’ zei de officier van justitie tegen de rechters.

Waar het hier om gaat: het pand is (want nog steeds) van een politieagent. Volgens de politie wist de politie daar nergens van. De agent had, terwijl hij op straat het verkeer in goede banen leidde, het pand verhuurd om extra inkomsten te genieten.

Ik keek naar de chaos om mij heen en vroeg me af wie nog te vertrouwen is. Op wie kunnen we rekenen als het er echt op aan komt?

Voor een angstcultuur binnen een gebouw ben ik niet zo bang.
Maar een angstbeschaving lijkt me doodeng.

Rob Zijlstra

 

rapport visitatie gerechten

Een gedachte over “Angstbeschaving

  1. Zoals in Groningen de voordeur van het provinciehuis werd geopend hoort in mijn ogen niet bij onze beschaving.
    De aanslag met explosieven op een Amsterdamse rechtbank en de liquidatie van een Amsterdamse advocaat zijn in mijn ogen ook verwerpelijk.

    Maar blijkbaar regeeert agressie en geweld steeds meer ons leven.

    Ik vind dat beangstigend!

    Vredelievende groet,

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s