Verleiding van Groningen

Nu is het niet zo dat het alleen Nederlanders zijn die als verdachten in de zalen van het recht verschijnen. Zo is het strafrecht in zittingszaal 14 een tamelijk internationaal gebeuren. Jaarlijks tel ik ruwweg veertig verschillende nationaliteiten in de verdachtenbank. Ze komen uit alle windstreken en dat is ook een beetje de schuld van Groningen.

Groningen heeft een goede naam in het immens grote buitenland. In Groningen, weten ze daar, kun je dag en nacht feesten, je kunt er zoveel drinken en roken als je maar wilt.

Zo waren David (20) en Toni (24) uit Servië vanuit Belgrado in een gehuurde witte Fiat Punto via Hongarije naar Groningen, gereden. Toni zei dat hij een tante wilde bezoeken, David een broer. Maar bovenal wilden ze marihuana roken in coffeeshops.

Omdat ze de weg niet goed kenden, reden ze wat in de rondte en belandden zo in Anloo, in Stadskanaal en in Musselkanaal. Toevallig of niet, steeds op momenten dat daar werd ingebroken in woningen. Toen ze werden aangehouden, in juli van dit jaar, waren ze in het bezit van sieraden die nog maar pas uit die woningen waren gestolen.

De inbraken in Stadskanaal en Anloo ontkennen ze. Die in Musselkanaal niet, want daar werden ze op heterdaad betrapt. ,,Normaal doe ik zoiets niet’, zegt David tegen de rechters. ,,Ik wil mijn excuses aanbieden.’’ Toni: ,,Ja ik ook. Sorry.’’

Toen de rook om hun hoofden
was verdwenen, was het geld op

De rechters vragen (vrije vertaling): ,,Waarom breek je in in Musselkanaal als je naar hier bent gekomen om van de verleidingen van het leven, van Groningen, te genieten?’’ Diepe zuchten. Ze zaten in een coffeeshop. Toen de rook om hun hoofden was verdwenen, was het geld op. Ze wilden direct terug naar Belgrado, maar wisten niet hoe. Toen kwam de honger. Zodoende.

Een van de rechters merkt op dat je met gestolen gouden oorbellen in een supermarkt in Nederland geen eten kunt kopen. Het cynisme van deze opmerking ontgaat hen, ze buigen wel het hoofd. Een gedupeerde op de publieke tribune vraagt aan de rechters of ze beide heren heel hard in het kruis mag trappen. Als het mag, zegt ze, zal ze de schadeclaim die ze heeft ingediend, met alle plezier laten vallen.

De rechters zeggen dat ze dat niet kunnen toestaan.

De trap moet van de officier van justitie komen en die is daartoe wel bereid, zij het dat de pijn wordt gegoten in de vorm van flinke gevangenisstraffen. Uit één woning namen ze de inhoud mee van een kinderspaarpot. De officier van justitie: ,,Hoe laag kun je zakken?’’

Vijftien maanden voor Toni, twee jaren voor David. Dat zijn de eisen. Want niks broer, niks tante, niks mooi Groningen. David en Toni zijn lid van een criminele clan en trekken door Europa om inbraken te plegen.

Het beroepsrisico van
een rondtrekkende bandiet

De officier van justitie weet inmiddels dat beide mannen worden gezocht in Oostenrijk. De politie daar doet onderzoek naar mobiel banditisme, want dat is waar het hier over gaat. David en Toni horen het aan, misschien vinden ze de strafeisen reuze meevallen. Het beroepsrisico van een rondtrekkende bandiet.

Niet uitgesloten is dat ze in de gevangenis Giedrius en Gintares hebben leren kennen. Giedrius (33) en Gintares (52) zijn collega’s uit Litouwen. In de maand dat David en Toni door Oost-Groningen en Drenthe struinden, slopen de twee Litouwers in het duister door stad en ommeland.

Zelfde verhaal. Ze kwamen om feest te vieren, vertellen ze aan de rechters. Om bier en whisky te drinken en wiet te roken. Ze waren op weg naar Engeland, maar maakten in Groningen waarover ze zo veel moois hadden gehoord, een tussenstop.

Origineel zijn de bandieten niet. En moeite om enigszins geloofwaardig te liegen doen ze ook niet. Giedrius en Gintares ontkennen alles, ze zijn zelfs wat geagiteerd. Omdat ze verdachten zijn, omdat ze vast zitten, omdat het allemaal zo lang duurt.

Ze werden aangehouden in de villawijk bij een woning waar was geprobeerd in te breken. De een lag met een schroevendraaier in een heg van coniferen. De ander was van een dak met een vernield dakraam gesprongen. Wat ze daar deden? Giedrius weet het niet, te dronken, te veel wiet. Gintares: ,,Waarom ik op dat dak zat? Misschien was ik aan het hallucineren.’’

De fietsen hadden ze gekocht op
het station in Groningen, van Marokkanen

Nadat ze bij de kladden waren gegrepen, vonden agenten in de buurt twee fietsen. Van een fiets had Gintares het sleuteltje van het slot in de broekzak. De fietsen bleken een dag eerder in Bedum te zijn gestolen.

Bedum? Hadden ze nooit van gehoord. De fietsen hadden ze gekocht op het station in Groningen, van Marokkanen. Er zijn mensen die Marokkanen overal de schuld van geven. Hoe het kon dat op een vensterbank onder een slaapkamerraam in Bedum een vingerafdruk van Gintares was aangetroffen? Geen idee, hij vindt dat raar. Hij heeft tien vingers en maar van een vinger is een afdruk gevonden? Giedrius heeft op zijn beurt geen idee hoe het kan dat in Bedum ook een schoenafdruk is gevonden van een Puma sportschoen, maat 40. Laat hij nou maat 40 hebben en sportschoenen van Puma. Nou? Half zijn land loopt op Puma, mompelt hij.

Ze hadden ov-kaarten. Aan de hand daarvan kon de politie achterhalen dat ze op de dag van de inbraak met de bus van Groningen naar Bedum waren gereisd. Maar niet terug. Teruggefietst op de buit?

Gintares zegt dat als hij het had gedaan, hij het zou bekennen, want als je bekent wat je hebt gedaan, krijg je strafvermindering. ,,Maar ik heb het niet gedaan, dus beken ik niet.’’ Giedrius zegt dat hij blij is dat er in Bedum die dag niemand is vermoord. ,,Anders zouden jullie mij daar ook nog van beschuldigen.’’

Nog erger dan liquidaties

De trap tussen de benen bedraagt in deze zaak vijftien en twintig maanden celstraf. De officier van justitie heeft het anders dan zijn collega van twee dagen eerder, niet over mobiel banditisme. Hij heeft een andere insteek: ,,Woninginbraken worden door burgers als de meest erge misdaad ervaren, nog erger dan liquidaties. Stevige celstraffen zijn daarom op z’n plaats.’’

De twee advocaten hadden in koor om ‘vrijspraak’ geroepen. Het was een roep die zo weinig overtuiging had dat de beide raadsvrouwen de indruk wekten dat ze niets anders hadden weten te verzinnen. Gintares en Giedrius worden hoofdschuddend afgevoerd. ,,Wat een land.’’

Misschien moet dat de boodschap zijn. In Groningen kun je feestvieren tot je er bij neervalt, maar laten we dat vanaf nu een beetje voor ons houden.

Rob Zijlstra

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s