De misdaad in de film, in series, steekt slim in elkaar. Er is een heldere verhaallijn, met een introductie, met voorstelbare personages, met wendingen om de spanning erin te houden, met uiteraard de climax op twee derde deel van het verhaal waarna toegewerkt wordt naar een verrassende ontknoping.
In de rechtszaal is de misdaad altijd anders. De misdaad in de rechtszaal is een willekeurige hap uit de werkelijkheid. Logica is ver te zoeken, nooit kent het verhaal een begin en is er geen einde. En vaak blijft een deel van het verhaal onverteld.
In de nacht van 17 januari, om 01.52 uur, komt er via 112 een melding binnen bij de politie: er wordt geschoten op de snelweg, op de A7 ter hoogte van de Dikke Linde, het tankstation. Een donkere auto met daarin de schutter heeft de afslag genomen naar Kolham.
De mannen van de melding rijden door naar Hoogezand. Op de parkeerplaats van het casino aan de Kerkstraat treffen ze de gealarmeerde politie. De mannen – het zijn de gebroeders B. – zijn ongedeerd. Maar in het achterportier en in de bumper zitten kogelinslagen.
Ze vertellen aan de agenten dat er een zwarte auto naast hen kwam rijden en dat de bestuurder met gestrekte arm op hen schoot. Meerdere keren. Ze weten ook wie de bestuurder is: het is Mo met wie ze in onmin leven.
Ze doen aangifte en Mo (23) wordt twee dagen later gearresteerd. Het Openbaar Ministerie concludeert na onderzoek: Mo heeft na kalm beraad en rustig overleg geprobeerd de gebroeders B. van het leven te beroven terwijl de uitvoering van het voorgenomen misdrijf niet is voltooid. Oftewel: poging tot moord.
Nu al doemt de vraag op: waarom? Waarom wordt er in het holst van de nacht op de A7 vanuit een rijdende auto met Mo achter het stuur geschoten op de gebroeders B? Was het een afrekening? Een poging daartoe? Een vergissing? Had het met drugs van doen? Met bedrog in de liefde?
Mo: ,,Ik heb niet geschoten.’’
Dit scenario is misschien
niet de meest logische, maar…
Zijn advocaat Mathieu van Linde: ,,Misschien hebben de gebroeders B. het in scène gezet. Om Mo een loer te draaien. Dit scenario is misschien niet de meest logische, maar het kan ook niet worden uitgesloten.’’
Aan het geschiet, het vermeende geschiet, zou iets vooraf zijn gegaan. De gebroeders B. zouden het jongere broertje van Mo hebben bedreigd. Dat zou eerder die nacht zijn gebeurd bij de McDonald’s aan het Sontplein in Groningen. Mo, zeggen de gebroeders, was daar ook.
Mo: ,,Ik was daar niet. Ik was ergens anders in de stad.’’
Hoe dan ook. Het bedreigde broertje gaat er met zijn auto van tussen, de gebroeders B. gaan achter hem aan. Broertje is bang en belt grote broer Mo. Die zegt: ,,Zorg dat ze je niet inhalen, want dan rijden ze je klem. Ik kom zo snel mogelijk.’’
En zo ontstaat de scène op de snelweg. Broertje in een witte Opel voorop, zigzaggend van links naar rechts, daarachter de gebroeders B. in een grijze Citroën en daar weer achter Mo in zijn zwarte Fiesta. Mo gaat naast de gebroeders rijden, strekt de arm en schiet. De gebroeders bellen 112 en rijden door naar Hoogezand.
Mo tegen de rechters: ,,De waarheid is dat ik naast hen ben gaan rijden, ongeveer drie seconden, en dat ik een armgebaar heb gemaakt. Dat klopt. Maar ik heb niet geschoten.’’
Wat zijn de bewijzen?
Op de plek waar zou zijn geschoten, bij hectometerpaal 210 worden vier hulzen gevonden. De politie weet te achterhalen dat de hulzen passen bij een semi-automatisch wapen, vermoedelijk een Browning Zastava. De kogel die in de auto van de gebroeders is aangetroffen, in het achterlicht, zou met zo’n wapen kunnen zijn afgevuurd.
Schotresten zijn megakleine deeltjes
lood, barium, koper of kwik
Als Mo wordt aangehouden draagt hij een jas. De jas wordt onderzocht en jawel: verdachte sporen, zogeheten schotresten. Schotresten zijn megakleine deeltjes lood, barium, koper of kwik die in een wolk vrijkomen als je met een wapen schiet.
Ook de auto van Mo wordt minutieus onder de loep genomen. Ook schotresten? Het Nederlands Forensisch Instituut: het is waarschijnlijker van wel dan van niet. Zijn het dan resten met dezelfde samenstelling als op de jas? Het instituut: dat kunnen we niet vaststellen.
Mo zegt dat het anders zit. Want die jas met sporen, de jas die hij droeg toen hij werd gearresteerd, droeg hij die avond niet. Bovendien is het niet zijn jas, maar van een vriend van wie hij de naam niet wil noemen. En die auto had hij gehuurd. Gehuurd met schotresten, wie zal het zeggen.
Advocaat Van Linde heeft ook nog een ding. De vier hulzen die op de vluchtstrook bij hectometerpaal 210 zijn gevonden, lagen niet ver van elkaar. Van Linde vindt dat opmerkelijk. Vliegen hulzen niet alle kanten op als je vanuit een rijdende auto op een andere rijdende auto schiet? Die hulzen vallen dan toch niet netjes naast elkaar neer op de vluchtstrook?
Sowieso vindt de raadsman het gek dat die hulzen daar op de vluchtstrook lagen. ,,In de lezing van het Openbaar Ministerie heeft Mo geschoten terwijl hij achter het stuur zat. Is het dan niet aannemelijker dat die hulzen in de auto terechtkomen in plaats van daarbuiten?
Het zijn vuurwapengevaarlijke gebroeders dus
hun verklaringen zijn wellicht niet zo heel betrouwbaar
Zat er misschien nog iemand bij Mo in de auto? Zou dat het zijn? Mo zegt van niet, de gebroeders B. verklaarden dat ze de schietende man herkenden als Mo. De raadsman zegt dat de rechters moeten weten dat gebroeders B. bekenden zijn van de politie. Het zijn vuurwapengevaarlijke gebroeders dus hun verklaringen zijn wellicht niet zo heel betrouwbaar.
Het scenario van een bijrijder is niet helemaal uit te sluiten. Mo heeft die avond contact gehad met ene L. uit Appingedam. Onderzoek wijst uit dat de telefoon van L. die nacht dezelfde route heeft afgelegd als de telefoon van Mo.
Als de rechtbank dit scenario, het scenario van een schietende bijrijder, het meest aannemelijk vindt, dan gaat Mo dus vrijuit. Dan is hij niet de schutter.
Maar is het dan niet raar dat Mo beweert dat hij alleen in de auto zat? In een film zou dat inderdaad merkwaardig wezen. Maar in het echt gaat het vaak raar.
De officier van justitie blijft erbij dat Mo de snelwegschutter moet zijn en eist 5 jaar gevangenisstraf. De cliffhanger: gaan de rechters hier in mee? Of zit de verkeerde man in de verdachtenbank? De uitspraak is over twee weken.
Rob Zijlstra
update – 17 december 2019 – uitspraak
Geen 5 jaar celstraf, maar 7 jaar, want geen pogingen tot doodslag, maar pogingen tot moord. Lees het hele vonnis:
Mooi verslag ben benieuwd naar het vonnis
Verstuurd vanaf mijn iPhone
>
Zeer goed Rob ! Veel liefst