Na jaren van gestage daling stijgt de criminaliteit weer. Voor sommigen zal dat goed nieuws wezen en prettig voor het gemoed. Een merkwaardig probleem van de dalende criminaliteit van de afgelopen jaren was dat lang niet iedereen het goede wilde geloven.
Kwade tongen op duister rechts beweerden zelfs gretig dat de afnemende misdaad fake nieuws was van links.
Het was ook lastig: wie moet je de schuld geven als het de goede kant opgaat? Hoe leg je uit dat de criminaliteit afneemt terwijl je voortdurend roept dat het land wordt overspoeld met nare migranten die komen roven?
Voor wie gebaat is bij het zaaien van angst, wie het onbehagen koestert, is het beter dat het slechter gaat.
Het slechte nieuws van meer misdaad werd afgelopen week bekendgemaakt door Erik Akerboom, eindbaas van de Nederlandse politie. Wij van de media vertelden het door, want ons journalisten zijn gek op wat afwijkt van eerder.
Nuance is op z’n plaats. Cijfers kun je naar je hand zetten, al naar gelang de boodschap die moet worden verkondigd. Een hoge politiefunctionaris zou eens over de eigen misdaadcijfers hebben gezegd: de laagste vorm van denken is tellen.
Laat onverlet: wie meer geld wil voor de politie, gaat niet roepen dat de misdaadbestrijding vruchten afwerpt.
De oude boef raakt uit de gratie
De politiebaas kwam zelf met de nuance. De traditionele misdaad daalt nog steeds. Jawel. Zakkenrollerij en woninginbraken zijn onmiskenbaar op z’n retour. De oude boef raakt uit de gratie. Alleen sukkels breken nog in, zou Akerboom hebben gezegd. De stijging zit met name in de categorie online en onzichtbaar.
Verschuivingen binnen de misdaad zijn van alle tijden. Van veedieven hoor je nooit meer iets, van bankrovers evenmin.
En de crimineel van nu struint niet meer door het duister van de nacht, maar zit achter het toetsenbord. Je vraagt je af waar toch de eerste politicus blijft die oproept tot minder blauw op straat.
In de rechtszaal kijk ik naar Mark en vraag ik me af tot welke categorie hij moet worden gerekend. Is hij met zijn 19 jaren een boef van de toekomst of behoort hij tot de groep uitstervende sukkels? Hij ziet er hip uit, maar dat zegt natuurlijk niks. Het uiterlijk is niet kenmerkend voor een crimineel.
Twintig dagen had Mark die nog thuis bij zijn ouders woont in de gevangenis moeten doorbrengen. Dat is een traumatische ervaring voor hem geworden. Hij had tussen moordenaars en verkrachters gezeten, vertelt hij aan zijn rechters. Hij volgt nu EMDR-therapie om die twintig angstige dagen een plekje te kunnen geven.
Toen Mark 17 jaar was, zou hij in Groningen een auto hebben gestolen, een Seat Ibiza. Een half jaar later, dan al 18 jaar, zou hij zich schuldig hebben gemaakt aan een woninginbraak in Glimmen, dan wel heling van gouden sieraden, gouden tientjes en een tablet van Samsung. De spullen kwamen uit die woning.
Mark zegt dat hij die auto niet heeft gestolen
Mark zegt dat hij die auto niet heeft gestolen. Maar er zijn camerabeelden en zijn mobiele telefoon is naast de bestuurdersstoel gevonden. Een medeverdachte zegt dat Mark achter het stuur zat. Het kan niet anders dan schuldig, concludeert de officier van justitie.
Dan die woninginbraak, nu een jaar geleden. Mark was in het bezit van de buit, dat geeft hij wel toe. Hij kan ook niet anders, want ook hier hebben camera’s hem blijvend in beeld gebracht. Dat was in het goudwisselkantoor.
Mark heeft een verhaal. Hij wilde een ketting kopen voor een lieve vriendin. Niet te duur, dus vond hij op Marktplaats wat hij zocht. In Assen, bij ene Viktor. Er werd een afspraak gemaakt. Viktor had meer gouden sieraden in de aanbieding en ook een tablet van Samsung. En omdat Viktor geld nodig had, mocht Mark alles kopen voor 350 euro.
Met zijn aankopen toog hij naar het goudwisselkantoor in Groningen. Waarom? Mark: ,,Ik wilde weten of het echt goud was.’’ En dat was het. Nog gekker: het handeltje was veel meer waard dan 350 euro.
Marks geluk was van korte duur. De gestolen sieraden stonden geregistreerd en goudhandelaren moeten dat weten. De politie werd gealarmeerd en Mark werd thuis in het bijzijn van zijn ouders, broertjes en zusje gearresteerd, met op de achtergrond heel de straat die toekeek.
Op Marktplaats is geen Viktor uit Assen actief
Mark zegt dat hij niet wist dat het goud dat hij van Viktor in Assen had gekocht, gestolen goed was. De officier van justitie ziet het anders: Viktor komt uit de dikke duim van Mark. Viktor is verzonnen. Er is onderzoek gedaan. Op Marktplaats is geen Viktor uit Assen actief. Mark vermoedt dat de man uit Assen zijn account heeft gewist. Moet wel. Nee, een adres – hij was er immers – kan hij zich niet herinneren.
Er is een getuige, Sander uit Groningen. Een vriend van Mark. Bij de politie had Sander verteld dat ze samen aan het toeren waren – beetje chillen – en dat ze in Glimmen waren geweest, bij een woning. Mark was toen uitgestapt en was even weggeweest. Toen hij terugkwam droeg hij een tas.
Sander is uit eigen beweging, zegt hij, naar de rechtbank gekomen om te getuigen. Hij voelt zich schuldig, want zegt hij tegen de rechters, hij heeft bij de politie niet de waarheid gesproken. Tijdens het verhoor is hij onder druk gezet. Vandaar.
Zegt: ‘Het verhoor ging op een intimiderende manier.’
Rechters: ‘Zoals in de films.’
Sander: ‘Ja.’
Ze hebben me in een verhaal laten rollen
Bij de politie had Sander aanvankelijk gezegd dat hij geen snitch is, geen verrader. Maar hij was gestresst geweest en wilde maar één ding: zo snel mogelijk naar huis. Tegen de rechters: ,,Die agenten hadden een theorie, dat Mark het gedaan moet hebben. Die theorie wilden ze in mij duwen, zo voelde het. Ze hebben me in een verhaal laten rollen.’’
De officier van justitie noemt de getuigenis van Sander – hij staat onder ede – volstrekt ongeloofwaardig, maar verbindt daar in de rechtszaal geen consequenties aan. De rechter had hem daar wel voor gewaarschuwd: ,,Als u liegt, begaat u een misdrijf. Meineed. Daar staat een forse gevangenisstraf op die meestal ook wordt opgelegd.’’
De consequenties zijn voor Mark. Het gelieg van Sander sterkt haar overtuiging dat Mark schuldig is. Wat haar betreft hoeft Mark niet terug naar de moordenaars en de verkrachters. Omdat hij nog zo jong is. Maar hij moet wel boeten. De eis: een werkstraf van tachtig uur en drie maanden voorwaardelijke jeugddetentie.
Mark belooft een bijdrage te leveren aan dalende misdaadcijfers.
Hij gaat weer naar school.