Hulp voor in de kop

Links zit Jacky (34) met haar getatoeëerde rode kus in de nek, rechts Karel (40) in zijn dichtgeknoopte winterjas. Dit is gezien vanuit de samenleving. Tussen hen in hun advocaten en dat is maar beter ook. Het klikt niet tussen de twee verdachten. Niet meer. Als Karel hoort wat de officier van justitie voor hem in petto heeft – een jaar celstraf – roept Jacky verontwaardigd door de rechtszaal: ,,Dat is veel te weinig.’’ 

Jacky en Karel leiden los van elkaar miserabele levens, dat is zonder twijfel.

Jacky moet stelen voor haar drugs. Toen ze twaalf jaar jong was zat er al heroïne in haar lijf. Nu is ze verslaafd aan cocaïne. ,,Ik ben een en al ongeluk’’, kniest ze. Vijf jaar geleden zat Jacky ook in zittingszaal 14. Ze smeekte de rechters om haar te veroordelen opdat ze steun zou krijgen. ,,Ik heb hulp nodig voor in mijn kop’’, zei ze toen.

De rechters legden tot haar tevredenheid de twee jaar durende veelplegersmaatregel op. Dat wil ze nu wel weer. Gevangenissen zijn niks voor haar, want daar staat het leven stil. ,,Dat is te gemakkelijk voor mij.’’

Het leven van Karel is niet veel aangenamer. Hij zat al eens vijftien jaren in de tbs (afpersingen en berovingen) en tweemaal onderging hij de veelplegersmaatregel, opgeteld vier jaren. Gewone gevangenisstraffen komen daar nog bij. Tegen de rechters: ,,Ik heb een problematische relatie met justitie. Maar ja, heel mijn leven is een probleem.’’

Karel kent de taal van de mensen die aan hem peuteren om hem op een rechter pad te krijgen. Karel: ,,Ik ben verantwoordelijk voor mijn daden, maar niet voor mijn omstandigheden.’’ De rechters knikken goedkeurend. Zo van: dat is een tegeltjeswijsheid zo klaar als een klontje, Karel.

Een moord voor een beter leven

Wat Jacky en Karel gemeen hebben is dat ze een moord zouden doen voor een beter leven. Jacky droomt van de dag dat ze die gluiperige cocaïne overwint, Karel van een warm dak boven zijn hoofd, dat sowieso.

Uitgerekend deze twee lamzaligen komen elkaar ’s avonds op 15 oktober in de binnenstad van Groningen tegen. Ze herkennen elkaars ellende en roken samen een pijpje coke. Want zo is Jacky wel. Als ze wat heeft, dan deelt ze.

De rechters vragen: ,,Dus jullie kenden elkaar niet?’’
Karel: ,,Alleen van ’t zien.’’
Rechters: ,,Was er een plan?’’
Nee, er was geen plan.
Rechters: ,,Dus jullie hebben niet vooraf besproken om iemand te beroven?’’
Jacky: ,,Nee. Echt niet.’’
Rechters: ,,Hadden jullie geld nodig, geld voor drugs of zo?’’
Jacky: ,,Neuh. Ik had geld in de broekzak.’’
Karel: ,,Met alle respect, maar ik beroep me op mijn zwijgrecht. Ik ben er wel een beetje klaar mee.’’

Ze probeerde de boel juist te sussen

Er zijn camerabeelden. Daarop zou een man te zien zijn – een dronken student volgens de verdachten – die doende is geld te pinnen bij de automaat van de ABNAmro aan de Vismarkt. Dan komen Jacky en Karel aangelopen. Karel heeft een mes in zijn hand, een dolk. Terwijl dat mes dreigend hoog wordt gehouden, gaat Jacky tegen de pinner aanstaan en checkt of er wat uit de broekzakken te halen valt.

Dat is de beschuldiging.

Ik wist niks van een mes, zegt Jacky. ,,En ik heb ook niet in zijn zakken gezeten. Hij droeg een skinny jeans, dan kan dat helemaal niet.’’ Ze zegt dat ze de boel juist probeerde te sussen. ,,Ik ging ertussen tussen staan. Eigenlijk was het maar goed dat ik erbij was. Anders was het misschien nog wel erger afgelopen. Je weet het niet met zo’n gek.’’

Karel kijkt nors voor zich uit en zwijgt.
Jacky: ,,Het was niet mijn bedoeling om met de politie in aanraking te komen. Toe even zeg, ik was net een paar dagen vrij.’’

De advocaat van Karel zegt dat het bij een poging is gebleven. Dankzij Karel. Hij bedacht zich toen die student een pakje peuken gaf. Sigaretten. Advocaat: ,,Karel bood toen zijn excuses aan. Ze gaven elkaar een hand en dat was het. Ze gingen, zeg maar, als vrienden uit elkaar.’’

De pinstudent deed wel aangifte.

Tijd om van de drugs af te gaan

nJacky en Karel hebben los van elkaar nog een paar strafbare feiten aan de kont waarvoor ze zich moeten verantwoorden. Jacky had rondslingerende portemonnees gestolen met daarin pasjes waarmee je contactloos kunt betalen. Tegen de rechters: ,,Klopt. Ik ga daar niet om liegen.’’ Dikke zucht: ,,Het wordt echt tijd dat ik van de drugs af ga.’’

Karel had met klappen een ondernemer ontdaan van een mooie Samsung-telefoon. Hij had vieze klusjes voor die man opgeknapt, maar daar geen geld voor gekregen. Dan maar die Samsung.

Rechters: ,,Vieze klusjes?’’
Karel: ,,Drugs dealen.’’

Klopt het dat hij met een grote doos de Mediamarkt was uitgelopen, met in die doos een grote televisie? ,,Daar ben ik schuldig aan.’’

Er is nog een overeenkomst tussen Jacky en Karel. Behalve dat ze zo graag een leven op het rechte pad willen, zijn beiden daartoe niet in staat. Heel reclasserend Groningen vindt Jacky een liefste vrouw van de wereld (‘iedereen heeft een zwak voor Jack’), maar allen vrezen dat de slopende cocaïne ook voor haar zonder genade zal zijn.

Over Karel zegt zijn advocaat: ,,Hij is verstoken van kennis om zich in deze maatschappij te kunnen handhaven. ,,Wat voor ons heel simpel is, heeft hij nooit geleerd. Geef hem een muis van een computer, hij zou niet weten wat daarmee te doen.’’

Vragen in de Tweede Kamer

Na vijftien jaren werd de tbs door de rechtbank beëindigd, tegen alle adviezen in. En ook tegen de wil van Karel. Zomaar stond hij buiten, zonder hulp, zonder begeleiding. Karel haalde er destijds – in het zuiden van het land – het nieuws mee. Over hoe hij na vijftien jaren in de kliniek van de een op de andere dag in de daklozenopvang van Nijmegen belandde. Er werden zelfs vragen over gesteld in de Tweede Kamer.

De officier van justitie deelt de mening van de raadsman. Er moet hulp voor Karel komen. In zijn geval kan dat het beste vanuit de gevangenis. Daarom die eis van twaalf maanden, waarvan twee voorwaardelijk.

Het is dan dat Jacky roept: ,,Dat is veel te weinig.’’ Tegen haar wordt voor de tweede keer de twee jaar durende veelplegersmaatregel ISD geëist. Jacky: ,,Hij komt dan veel eerder vrij dan ik. Dat staat toch niet in verhouding? Doe mij die twaalf maanden dan ook maar. Ja toch? Ik bedoel…’’

De advocaat pakt Jacky bij de schouder en fluistert in haar oor: ,,Doe nou effe rustig.’’

rob zijlstra

ISD = Inrichting Stelselmatige Daders

2 gedachtes over “Hulp voor in de kop

  1. Met dergelijke types blijft het pappen en nathouden. Ze zijn eenvoudigweg niet in staat om zelfstandig hun leven te leiden. Mensen met een meer duidelijke verstandelijke en/of fysieke beperking kunnen rekenen op permanente zorg, deze mensen zijn eenvoudig weg de sjaak. Idealiter zouden ze permanent uit de maatschappij verwijderd moeten worden, maar dat is te duur en grondwettelijk discutabel (permanente verblijf in een inrichting), de andere (eind)oplossing is al helemaal niet aan de orde.

    Het is helaas een dilemma dat altijd zonder goede oplossing zal blijven. En het is moeilijk om empathisch te blijven als de persoon in kwestie zich blijft bedienen van onfrisse strafrechtelijke vergrijpen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s