Waar Rahul komt, ontstaat gedonder en gesodemieter. Hij zal er zelf vast anders over denken, maar het navragen kan ik niet. Rahul zit weer eens in de penarie, opgesloten in De Marwei in Leeuwarden.
Hij is zoals dat soms in de krant staat een ‘bekende van de politie’. In de zuidelijke stadswijken van Groningen is hij eveneens een bekende. Tegen de rechters: ,,Ik ben daar nogal uuh… populair.’’
Rahul wil als hij eenmaal weer vrij is twee dingen. Een boek schrijven en hulpverlener worden. Ook dat meldt hij (via een beeldverbinding) in de rechtszaal. Rahul denkt dat hij uitermate geschikt is jongerenwerker te worden gezien zijn ervaringen als deskundige. Want hij is nu 46 en is dus jarenlang jong geweest.
Je hoort het vaker dat mannen die gewend zijn slechte dingen te doen tegelijkertijd de behoefte hebben iets moois te laten zien. De mens is nooit alleen maar slecht. Ook Rahul niet.
In 2004 werd hij veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen jaar wegens het plegen van twaalf gewapende overvallen op winkels en tankstations. Hij deed dat in de stadsdelen waar hij nu populair zegt te zijn.
Op zijn veertigste had hij de helft van zijn karige leven doorgebracht in gevangenissen. Je kunt het eigenaardig noemen dat Rahul tijdens al die opgesloten jaren onder staatstoezicht zo verslaafd bleef als een kwispelende hond in een slagerij. Maar dat is niet curieus: zo moeilijk het is uit een gevangenis te ontsnappen, zo eenvoudig is het om er drugs naar binnen te brengen.
Dus toen Rahul na jaren eindelijk naar huis mocht, was hij nog altijd kwispelend verslaafd. Goed voor zijn ervaringen, maar niet goed voor bijvoorbeeld Albert Heijn en haar medewerkers. Want nog maar net vrij snoof hij de neus vol, denderde hij een filiaal (zuid) van de supermarkt binnen en dreigde met kabaal de caissière dood te schieten. Het leverde hem in eerste instantie 285 euro op, in tweede instantie 42 maanden celstraf.
In de rechtszaal (2012) werd zijn drugsgebruik besproken.
Rahul: ,,Ik ben niet verslaafd. Ik gebruik alleen wanneer ik verdrietig ben.’’
Officier van justitie: ,,Hoeveel gebruikt u dan?’’
Rahul: ,,Tien gram cocaïne. Per dag.’’
Officier van justitie: ,,Dat kost u dan zeker 500 euro. Per dag. Hoe komt u aan dat geld?’’
Rahul: ,,Ik ken mensen in de stad die kapitaalkrachtig zijn.’’
Ook in de gevangenis gesodemieter.
Op de luchtplaats ontmoette hij op een dag Reinier S. die tot twaalf jaar gevangenisstraf is veroordeeld wegens doodslag op zijn partner Gonda (Hoogezand). De zaak wacht dan op behandeling in hoger beroep. Tijdens het luchten verzonnen ze een vals plan.
Rahul zou bij de politie opbiechten dat hij betrokken was bij de dood van Gonda. Hij zou vertellen dat hij samen met ene Bernard – ook een bekende van de politie – had ingebroken in de woning van Gonda. Dat wil zeggen: Bernard was naar binnen gegaan, hij Rahul stond op de uitkijk.
Hij zou vertellen dat Bernard werd betrapt, in paniek was geraakt en dat-ie Gonda toen heeft geslagen en gesneden met een mes, zo vreselijk dat ze overleed.
Rahul zou een korte straf krijgen, hield Reinier hem voor. Hij stond immers slechts vals op de uitkijk en had geen aandeel in het geweld en de dood van Gonda. Ook Bernard zou geen last dragen, want Bernard was onlangs verongelukt. Dood. Om het verhaal geloofwaardig te laten zijn verstrekte Reinier zogeheten daderinformatie aan Rahul, informatie die alleen bij de dader (en de politie) bekend is.
Rahul zou als dank 800.000 euro krijgen. Reinier zou immers over veel geld beschikken omdat hij met dit valse verhaal zijn vrijheid terug zou krijgen na lange tijd onschuldig te hebben vastgezeten. Rahul had wel oren naar een leugentje om bestwil.
Het liep belabberd af. Dat Bernard was overleden klopte. Maar dat was hij al toen Gonda om het leven werd gebracht. Reinier had zich vergist in tijd. In hoger beroep kreeg hij vijftien jaar cel, vanwege de gemene leugens drie jaren meer dan de rechtbank hem had toebedeeld.
Vorige week stond Rahul voor de zoveelste keer terecht en weer ging dat gepaard met wanorde. Hij zou cafetaria Tasty Joe in Groningen (zuid) hebben overvallen dan wel de 16-jarige medewerker hebben afgeperst. Hij ging naar binnen om een drugsgerelateerd biljet van honderd euro te wisselen. Daarbij zou hij dreigende woorden hebben gesproken, een mes ter hoogte van de heup hebben getoond en de medewerker bij de keel hebben vastgepakt. De jongen gaf – doodsbenauwd – 25 euro af.
Er is een getuige en er zijn camerabeelden die het relaas van het slachtoffer onderschrijven. Nadat Rahul op de vlucht was geslagen, belde de jonge medewerker overstuur zijn baas en zei dat hij was overvallen.
Rahul lacht ongemakkelijk. Jawel. Hij draagt altijd een mes. Vanwege zijn populariteit en bepaalde dingen uit het verleden. Zegt: ,,Maar dit was geen overval. Ik vluchtte niet, ik liep gewoon weg. Ik ken die jongen, we hebben vaak lange gesprekken gevoerd. Dat geld heeft hij mij geleend. Ik zou het later teruggeven.’’
De officier van justitie is zonder twijfel. Afpersing. Ze eist een gevangenisstraf van vijftien maanden. ,,Een jongen van 16 verzint zoiets niet.’’
De advocaat verzoekt de rechtbank Rahul vrij te spreken. ,,Want waar is het bewijs?’’
Het was deze zaak die in de voorbije week landelijke aandacht kreeg. Tijdens het pleidooi van de advocaat stopte plots de beeldverbinding met het Huis van Bewaring en kreeg Rahul het einde van de zitting niet mee. Zijn laatste woord sneuvelde. Dat is in een strafzaak, ook in bijzondere tijden, een doodzonde is.
Waar Rahul komt, ontstaat ontwrichting.
Afgelopen woensdag, zes dagen na die abrupt beëindigde zitting, werd hij vanuit de bajes te Leeuwarden naar de rechtbank in Groningen gereden om in de late namiddag alsnog zijn recht op het laatste woord te kunnen uitoefenen.
Het gehavende proces zou nu eerlijk worden afgerond. Maar dan. Rahul ligt dwars, hij wil niet. Weer gedonder en gedoe. Hij mompelt iets over een bananenrepubliek en zegt dat hij zich overvallen voelt. Hij wil uitstel.
Nooit eerder – bij mijn weten – is een strafzaak aangehouden om de verdachte in de gelegenheid te stellen zich voor te bereiden op het uitspreken van het laatste woord.
De rechters proberen Rahul en zijn advocaat even op andere gedachten te brengen, maar het is tevergeefs. De rechters stemmen daarop in met uitstel (met maanden). Ze doen dat met een diepe magistratelijke zucht.
Ze zuchten: ‘Zorgvuldigheid boven alles.’’
rob zijlstra
Een reconstructie van de gang van zaken tijdens het proces is te lezen op: de afraffelzaak – hoe het ging
Je begint je af te vragen of we mensen als Rahul wanneer ze vrij zijn niet gewoon hun dope moeten geven. Hier in Den Haag hebben we een project gehad waar heroïneverslaafden dagelijks hun shot kregen van rijkswege. Voor de meeste verslaafden was het een bevrijding. Sommigen vonden zelf een baan!
Pingback: De afraffelzaak – hoe het ging – ZITTINGSZAAL 14
Begrijp niet dat hier gesproken wordt over afpersing. Dit is toch gewoon een ordinaire overval? Geld vragen en dreigen met een mes. Vreemd, misschien een onervaren officier van justitie? Maar na nog meer artikelen gevonden te hebben ove deze Rahul is wat mij betreft 10 jaar opsluiten nog veel te weinig. Met zo’n strafblad steeds de fout ingaan. Ongelooflijk.
Een juridisch dingetje. Een overval is of een afpersing of een diefstal met geweld. Er is sprake van afpersing als iemand onder bedreiging (onder druk) geld afgeeft. Een overval heet een diefstal met geweld als de overvaller dreigt en het geld vervolgens zelf wegpakt. In strafmaat is er geen verschil.