Eigenwijze rechters

Ik wil u meenemen naar zittingszaal 16, waar afgelopen week twee strafzaken dienden van eenvoudige aard. Maar eerst even het volgende.

Rechters zijn eigenwijze mannen en vrouwen. Eigenwijs in de betekenis van eigenzinnig, een beetje dwars en niet zozeer in de betekenis van bokkig of verwaand.

Rechters moeten eigenwijs zijn omdat ze het altijd beter moeten weten dan wie ook. Dat verwachten wij, wij de samenleving, van rechters.

Ik interviewde afgelopen week Herman van der Meer, de waarnemend president van de rechtbank Noord-Nederland. Wij spraken over de rechter die hij zelf ook is. De president dicht aan rechters een hoge kwaliteit toe, maar merkte op dat iemands grootste kwaliteit ook iemands grootste valkuil is.

Aanleiding voor dit presidentiële gesprek was het rapport van het organisatie-adviesbureau Berenschot dat onder de 741 medewerkers van de Rechtbank Noord-Nederland onderzoek had gedaan naar incidenten, onrust en werkbeleving. De noordelijke rechtbank blijkt niet altijd het toppunt van goed werkgeverschap. Meer dan een kwart van de medewerkers ervaart sociale onveiligheid en er wordt gepest.

Een ander probleem dat in het rapport wordt geschetst is dat rechters niet alleen dwarse, eigenwijze mannen en vrouwen in de rechtszaal zijn, maar ook daarbuiten, daar waar de valkuil is.

Rechters denken dat ze altijd en overal de rechterlijke wijsneus moeten opzetten. Op feestjes, op de tennisbaan, langs de lijnen van het hockeyveld, op de buurtbarbecue, ’s avonds aan tafel met de kinderen en – en dat staat in het rapport – op de werkvloer die buiten de rechtszaal ligt.

Want daar acteert de rechter als werknemer van een organisatie wel bokkig en verwaand. In de rechtszaal de onafhankelijke magistraat, maar daarbuiten ontbreekt het aan loyaliteit aan de organisatie waar niet alleen de wetboeken maar ook managers iets te zeggen hebben.

De president heeft de rechters verzocht in de spreekwoordelijke spiegel te kijken en wat vragen voor zichzelf te verzinnen in plaats van altijd maar een mening klaar te hebben of een oordeel te vellen.

En nu naar zittingszaal 16 voordat de regels op zijn.

De 46-jarige Bob uit Groningen stond daar deze week terecht wegens faillissementsfraude. De man was actief in de Groningse taxiwereld waar het hem goed ging tot hij een boete van 135.000 euro kreeg opgelegd. Iets met cao’s dan wel het niet verstrekken van vereiste informatie.

De boete bracht de taxionderneming eerst aan het wankelen en deed het bedrijf toen omvallen. Vlak voor het faillissement verkocht Bob zijn wagenpark. Hij had immers geld nodig, zei hij, om die boete te betalen.

Punt was dat de acht auto’s werden verkocht aan een bv waarvan Bob als enige de eigenaar was.

De rechter: ,,U handelde dus met uzelf. U was koper en verkoper tegelijk’’
Bob knikte.
Rechter: ,,Dat is gek, dat is schimmig.’’
De officier van justitie: ,,Schimmig, frauduleus en dus strafbaar.’’

De rechter zei dat hij zijn twijfels had. Dat het alle schijn van strafbaar handelen heeft, maar dat het strafdossier hierover heel summier is. ,,Zo summier dat ik niet kan vaststellen dat wat er is gebeurd ook echt strafbaar is.’’

De officier van justitie eiste in volle overtuiging een taakstraf van 90 uur, maar de eigenzinnige rechter kwam tot vrijspraak. ,,Niet alles wat gek is, is ook strafbaar.’’

Op de stoel waar later Bob zat, zat een uur eerder Jamie, een man die op weinig compassie kan rekenen.

Hij is namelijk een zedendelinquent, een man die ooit ontucht pleegde met kinderen, en nu zo’n vieze man is die met enige regelmaat zijn broek laat zakken om met zijn geslachtsdeel de eerbaarheid te schenden.

Jamie woont al twintig jaar in Groningen en wil juist nu heel graag de Nederlandse nationaliteit verkrijgen. Voor een zedendelinquent is het hier prettiger dan in zijn geboorteland Engeland. Daar wordt wat je hebt geflikt in de buurt waar je woont bekendgemaakt, zegt hij. Zijn probleem: als gevolg van de brexit mag hij hier niet al te lang meer blijven.

Op 28 augustus vorig jaar zou hij bij de Hoornseplas de eerbaarheid weer eens een loer hebben gedraaid. Twee vrouwen zagen het en deden aangifte. Bij de politie zou Jamie hebben bekend, maar daar komt hij in de rechtszaal op terug. De bekentenis is opgenomen, maar de opnames zijn niet meer beschikbaar.

Jamie vertelt dat hij een plasprobleem heeft. ,,Als ik moet, dan moet ik ook.’’ Zo belandde hij in de bosjes. Hij had de laatste druppeltjes van zich afgeschud.

De advocaat stelt aan de rechter voor dat mocht het tot een veroordeling komen, er wellicht een boete van 500 euro opgelegd kan worden. Want weer een taakstraf op zijn strafblad – zoals geëist – levert problemen op bij het aanvragen van het Nederlanderschap.

Jamie zegt dat hij moet bekennen dat hij in het wild heeft geplast en dat hij weet dat dat niet mag. Hij kan dus veroordeeld worden. Hij kijkt er treurig bij en hoopt dat de rechter gevoelig is voor wat de advocaat net heeft voorgesteld.

Wanneer de politie iemand aanhoudt voor een misdrijf, dan is de zaak wat de politie betreft opgelost. Bij het Openbaar Ministerie ligt de lat hoger. Daar geldt: als iets loopt als een eend, kwaakt als een eend en eruitziet als een eend, dan is het eend.

Voor de rechter gaat dit niet op. Een rechter kan niet zomaar iets aannemen.

De rechter in zaal 16 zegt dat hij zonder opnames van de bekentenis niet kan vaststellen dat Jamie schuld heeft bekend zoals de officier van justitie beweert. Zegt ook: ,,Verder is de aangifte die de politie heeft opgesteld niet zo gedetailleerd dat ik kan opmaken dat u aan het masturberen was of aan het wildplassen.’’

Jamie, gretig: ,,Wildplassen.’’

De rechter: ,,Maar dat is niet ten laste gelegd. Dan wordt het ingewikkeld. Er zijn aanwijzingen dat u schuldig bent, maar ik spreek u vrij.’’
Jamie, niet te snugger: ,,Maar ik heb bekend.’’
De eigenwijze rechter weet het beter: ,,Vrijspraak.’’

En zo hoort het te gaan. De waarheid in de rechtszaal is niet wat er is gebeurd, de waarheid is slechts dat wat kan worden bewezen. Eerlijke rechtspraak kan alleen met eigenzinnige en dwarse rechters.

Maar als de toga eenmaal uit is, moeten die rechters ietwat schikkelijker zijn. Want anders komen de rechtbanken in Groningen, Assen en Leeuwarden te boek te staan als een organisatie die slechts op papier een onberispelijk instituut is, maar waar ze achter de gesloten deuren rollebollend met elkaar over de bureaus vliegen.

rob zijlstra

 

→ interview Herman van der Meer

3 gedachtes over “Eigenwijze rechters

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s