Einde der tijden

De advocaat – hij is hedenochtend helemaal vanuit Utrecht naar Groningen gereisd – zegt dat het een zaak van niks is. En al helemaal niet spannend. Advocaten zeggen dat vaker. Ze bedoelen dan te zeggen dat ze niet zitten te wachten op een stukje in de krant. Dat de rechtbankverslaggever zijn tijd beter niet kan verdoen.

Het is niet dat de advocaat dat erg vindt, het is de beklaagde die niet op publiciteit zit te wachten en een advocaat dient slechts één belang: die van de verdachte.

De advocaat: ,,Er is niks, maar dan ook niks bijzonders aan. Sterker, mijn cliënt komt niet eens.’’

Het is nog geen negen uur. Buiten druilt het. Binnen in het gerechtsgebouw is het op ons na, een enkeling dus, uitgestorven. Zoals het al weken akelig rustig is in het gerecht. Publiek wordt geweerd, de zittingszalen zijn voor een vermogen volgehangen met plexiglas ter voorkoming van, maar de zalen blijven vooral leeg. De strafrechtspraak wil in Groningen maar niet van de grond komen.

Plannen om verdachten in avonduren en in het weekeinde op zaterdag op te laten draven, zijn er in tegenstelling tot andere rechtbanken in het land niet.

De advocaat ondertussen: ,,Ik snap ook niet dat ze deze zaak bij de meervoudige strafkamer hebben aangebracht. Het had ook bij de politierechter afgedaan kunnen worden want het gaat dus echt nergens over.’’

De meervoudige strafkamer – de mk – bestaat uit drie rechters en doet altijd twee weken na de zitting uitspraak, standaard de laatste zin van het rechtbankstukje in de krant. Normaliter behandelt de ‘em-ka’ de serieuze misdaad. Zaken van eenvoudiger aard worden, is de bedoeling, aangebracht bij de politierechter (de pr) die in z’n uppie recht moet spreken en (bijna) altijd direct uitspraak doet.

De advocaat: ,,Ze hebben voor deze zaak van niks bijna heel de ochtend uitgetrokken. Da’s toch bizar?’’

Later wordt duidelijk waarom de strafzaak dient voor de meervoudige kamer: de officier van justitie eist een gevangenisstraf van veertien maanden. De pr mag maar tot één jaar cel opleggen.

De advocaat: ,,Morgen heb ik wel een bijzondere zaak hier in Groningen. Met een ontvoering, ook juridisch interessant.’’

De 40-jarige Dennis die er niet is (maar er wel had moeten zijn) wordt verdacht van vier strafbare feiten waar hij dus een rekening van veertien maanden voor krijgt gepresenteerd.

Zo zou hij gedurende 21 zomerse dagen zijn ex lastig hebben gevallen met appjes, mailtjes en een naar bericht dat hij met krijt op de stoep voor haar deur kalkte (inclusief spelfout). En hij mailde: ‘Ik mis je warmte.’ En: ‘Ik bel je maar je neemt niet op.’ En: ‘Bij deze bel ik je nog 1 keer, als je niet opneemt bel ik nooit meer’.

Het zijn berichtjes, vindt het Openbaar Ministerie, die vrees aanjagen. Stalking.

Maar misschien was het wel echte liefde, was het hart gebroken, was Dennis ten einde raad. Misschien dat het daarom was dat hij later bij de Kruidvat acht flesjes parfum in zijn rugtas stopte en de winkel verliet zonder te betalen. Wilde hij het met aangename geurtjes goedmaken.

Maar, stel ik mij bij gebrek aan de verdachte voor, het kwam niet goed zodat hij daarom bij een slijterij twee dure flessen whisky jatte om het onverdraaglijke verdriet van de verloren liefde te dempen. Toen hij de winkel met de flessen in een sporttas verliet en bij de uitgang werd aangesproken door een medewerkster, zou hij hebben gezegd dat ze aan de kant moest gaan. Zo niet dan zou hij gelijk zijn hart haar nek breken.

Wie bij het verlaten van de winkel zoiets onvriendelijks zegt – ik breek je nek – maakt zich niet schuldig aan een eenvoudige winkeldiefstal, maar aan eentje waarbij wordt gedreigd met geweld, een dreiging die is bedoeld ‘om de vlucht mogelijk te maken’. Zo zeggen strafrechtjuristen dat en daarmee bedoelen ze dat het ernstiger is dan eenvoudig.

Was Dennis maar aanwezig om het uit te leggen.

De advocaat: ,,Ik heb met mijn cliënt gesproken en we hebben besloten dat hij hier vandaag niet zal verschijnen.’’ Dat werd nog wel een dingetje.

Dennis werd aangehouden toen hij – maanden na het liefdesgedoe – bij de Albert Heijn aan het Gedempte Zuiderdiep in de binnenstad van Groningen pakken zalm, een fles Safari, een fles Passoa en een zak Croky chips had gestolen. Weer niet op eenvoudige wijze. Bij het verlaten van de winkel zou hij een medewerker een duw tegen de schouder hebben gegeven ‘om het bezit van het gestolene te verzekeren’. Met die duw werd het een diefstal met geweld, een misdrijf waarvoor je in voorlopige hechtenis kunt worden genomen.

Zo belandde Dennis eind oktober in het gevang in afwachting van het strafproces. Omdat die langer op zich liet wachten dan gepland – corona – mocht hij de gevangenis eind maart verlaten, op voorwaarde dat hij zich aan een aantal afspraken zou houden.

Een van die afspraken: aanwezig zijn als de strafzaak dient. Nu hij er niet is, heeft hij de voorwaarden overtreden en moet hij terug het hok in. De officier van justitie verzoekt de rechters dat uit te spreken. De rechters doen dat, zodat Dennis van straat kan worden geplukt.

De officier van justitie zegt over de zaak van niks dat alles kan worden bewezen. Dat de winkeldiefstallen met camera’s zijn vastgelegd, de duw ook. En ook is te zien dat Dennis iets zegt tegen de mevrouw van de slijterij. Dat zal dan wel ‘ik breek je nek’ zijn geweest.

De officier van justitie vindt dat voor deze ‘hardnekkige recidivist’ een kale gevangenisstraf op z’n plaats is. 14 maanden dus. Dennis heeft een fors strafblad. Dat speelt altijd mee. In 2017 kreeg hij anderhalf jaar voor een poging tot doodslag (slachtoffer: de huidige ex). Daarvoor had hij al eens zeven jaren moeten opknappen voor gewapende overvallen in Rotterdam.

De advocaat uit Utrecht: ,,Dennis bekent de eenvoudige diefstallen, maar niet de bedreigingen. Het wordt beweerd, maar we kunnen niet klakkeloos aannemen dat het ook is gezegd. Als we dat doen, dan is het einde der tijden nabij.’’

Na ruim anderhalf uur is de strafzaak van niks afgehandeld, over twee weken doet de meervoudige kamer uitspraak. De advocaat uit Utrecht zegt ’tot morgen’ en verlaat het pand.

Buiten is het harder gaan regenen, binnen blijft een enkeling achter, blijven de zalen leeg. Wie zich nu in Groningen schuldig maakt aan een misdrijf en wordt gesnapt moet achteraan in de rij aansluiten en rekening houden met twee, drie jaar geduld.

rob zijlstra

Plaats een reactie