Bram is een vaste gast in mijn verhalen die zich in de rechtszaal laten optekenen. Er is geen crimineel in Nederland te vinden die vaker in zittingszaal 14 terecht heeft gestaan dan Bram.
Toen ik hem voor het eerst zag, was hij halverwege zijn criminele carrière. Nu lijkt het einde in zicht. In hun wekelijks overleg hebben de officieren van justitie uitgesproken dat de maat vol is en dat voor Bram geen oplossing meer bestaat, anders dan de maatregel tbs met dwangverpleging.
Bram gaat het afvoerputje in.
Op de weinige momenten dat hij niet gedetineerd zat wilde het gebeuren dat ik hem op straat tegen het lijf liep. Bij de Coffeecompany namen we dan koffie met een broodje en praatte hij me bij over de stand van zaken van het leven. Zijn leven bestond uit alle denkbare goede voornemens.
Het probleem van Bram: de coke-wekker.
Maakt niet uit hoe lang hij binnen heeft vastgezeten, eenmaal weer buiten gaat die wekker onvermijdelijk af en dan is er geen houden aan. Cocaïne is het beest dat in hem zit.
Als kind groeide hij op onder een zwak gesternte met een psychotische moeder en een gewelddadige vader. Toen Bram 12 jaar was, ging hij aan de drugs, er gleden jaren voorbij dat hij zes liter bier op een dag dronk. Het leven heeft, zegt een gedragsdeskundige in de rechtszaal, van Bram een gehandicapte man gemaakt.
Bram wil het leven wel anders, maar hij kan het niet, niet meer. Het moet (eis) een tbs worden met een hoog beveiligingsniveau.
In december 2016 was Bram net een paar dagen op vrije voeten toen de coke-wekker schalde. Hij stapte een seksshop aan het Zuiderdiep in Groningen binnen met de mededeling dat zijn komst een overval betrof. Ter ondersteuning toonde hij een mes. De medewerker spoot daarop haarlak in zijn gezicht waarop Bram de zaak halsoverkop en zonder buit verliet.
De poging de shop te overvallen leverde hem naast gevangenisstraf ook een behandeling in een afkickkliniek op. Daar had hij anderhalf jaar moeten blijven, maar op de tweede dag nam hij de benen.
Nog diezelfde dag pikte hij bij de nachtwinkel in de Poelestraat in Groningen een zakje M&M’s. ‘Grote boef steelt zakje snoep’, luidde de kop in de krant. De justitiële rekening: de veelplegersmaatregel ISD dus twee jaar achter slot en grendel. Bram had twee jaar zitten voor een zakje snoep wel wat veel gevonden, maar een keuze had hij niet, dat wist hij ook wel.
In januari van dit jaar meldt Bram zich weer in de stad, na welgeteld 35 maanden ‘binnen’ te hebben gezeten. Op dag drie loopt hij om tien voor zes in de ochtend het Bud Gett Hostel binnen, grijpt onverhoeds de nachtportier vast, smakt hem tegen de grond en roept: ’Dit is een overval’. De nachtportier vermoedde op dat moment al zoiets.
In de rechtszaal draait Bram er niet omheen. ,,Ik was ziek en wilde weer naar binnen.’’ Dat de officier van justitie aan de wens binnen te zitten de tbs verbindt, vindt Bram wel weer wat veel van het goede, te rigoureus. Maar ja, mag hij kiezen?
De rechters vragen of Bram spijt heeft?
Bram, bozig: ,,Wat is dat een gemene vraag. Tuurlijk heb ik spijt.’’
Hij had het ditmaal niet alleen gedaan, Bram had een mannetje meegenomen. Dat mannetje wilde eerst hotel Het Schimmelpenninckhuis overvallen, maar Bram vond het hostel, iets verderop, een beter plan.
Het mannetje schudt het hoofd. Zo is het niet gegaan. Hij zegt tegen de rechters dat hij met Bram was meegegaan – nadat hij zijn fiets tegen het politiebureau aan de overkant had gestald – maar dat hij nooit had verwacht dat ze een overval zouden gaan plegen. ,,Ik was flabbergasted.’’ Het mannetje had gedacht dat het om een incasso ging, dat Bram iemand ging bezoeken van wie hij nog geld moest hebben en dat hij mee moest ter ondersteuning. Tegen de rechters: ,,Ik ben een getraind mannetje en heb mijn bekkie wel vol.’’
Komt bij, moeten de rechters weten, dat hij ook best wel een bekend mannetje is in de stad. ,,Ik ben al jaren dakloos, ik bedel op straat, daarvan kan ik rondkomen. Ik heb zo’n overval helemaal niet nodig.’’
Het mannetje slaakt een diepe zucht. Drie jaar had hij geleefd in een beschimmelde tent en ook is zijn moeder overleden. ,,Ik heb nu geen back-up meer. Daar raak je toch behoorlijk van gepikeerd?’’
Hij zegt dat hij heeft besloten dat hij niemand meer tot last wil zijn. ,,Ik zit 24 uur per dag op cel, ik heb geen schulden en ik heb mijn uitvaart top geregeld.’’
Hij vertelt dat zelfs de zucht naar drank is verdwenen. Hij wil niks meer. Zelfs geen toiletwijn. Als hij hier en daar wat vraagtekens ziet, legt hij uit wat dat is, toiletwijn. ,,We maken het in de gevangenis. Water, wat schepjes suiker en dan brood erin. Na een week heb je alcohol.’’
Het mannetje is een Bram-light. De hulpverleners van de reclassering willen het daarom nog wel een keer met hem proberen. Een aller-, allerlaatste keer. De officier van justitie: ,,Een tbs met voorwaarden. Houdt hij zich niet aan de voorwaarden dan kan het worden omgezet in een tbs met dwang.’’ De officier vult aan: ,,Het risico dat het mislukt is reëel. Maar dat risico durf ik aan.’’
Omdat tbs een maatregel is en geen straf, vindt de officier van justitie het nodig dat de overval ook nog moet worden vergolden. Voordat de noodzakelijk geachte behandeling kan aanvangen, moeten beide verdachten eerst nog twintig maanden de gevangenis in.
Want dat ze de overval samen pleegden staat voor de officier van justitie vast. Ze hebben immers ook gedeeld in de buit. Bram had het geld uit de kas gegraaid en had 120 euro aan zijn partner gegeven. Zelf had hij 150 euro.
Op de camerabeelden van de overval is te zien dat ze het hostel rustig verlaten en dan linksaf richting het Zuiderdiep gaan. Bram was naar het café gelopen waar je cocaïne kunt kopen. Hij kocht voor 150 en een uurtje later had hij zich gemeld op het politiebureau met de mededeling dat hij het was die even voor zessen het hostel aan de overkant had overvallen.
En de medeverdachte? Die werd een dag later gearresteerd. Het mannetje was met de buit in de hand linea recta naar de dames van plezier gehold.
rob zijlstra
→ Ik schreef eerder over Bram:
2017 – Zakje snoep
2017 – Zet’m op Bram
2013 – Het dwaalspoor
2009 – Marathon
update – uitspraken op 13 november 2020
Geen verrassing: Bram en het mannetje zijn veroordeeld. Voor Bram een tbs met dwang, het mannetje een tbs met voorwaarden. Daarnaast 18 maanden celstraf per persoon. → dvhn
Rob, dank voor jouw stukjes. Ik lees ze altijd met veel plezier. Dit keer sprong de zin “De nachtportier vermoedde op dat moment al zoiets.” eruit, heerlijke humor, ik heb hardop zitten lachen.