Het is maandagochtend, de lei is schoon. Ik heb geen idee wat de week brengt. Wat ik weet is dat er zaterdag een rechtbankverhaal van mijn hand in de krant staat en dat de deadline vrijdag in alle vroegte is.
Als de dag van maandag geen verhaal biedt, moet ik het hebben van de dag van donderdag. Dinsdagen en vooral woensdagen zijn povere dagen voor verhalen.
Soms komt een verdachte de rechtszaal binnen met een verhaal dat in sierlijke letters op zijn voorhoofd staat geschreven. Ik hoef dan alleen maar te luisteren. Het komt ook voor dat een verhaal zich pas halverwege de zitting openbaart. Na een uur gekabbel is het er ineens. Dan ontsnapt het verhaal aan de boef.
Maandagochtend ging het anders.
Even na negenen kwam Gerrit (38) in een krappe joggingbroek de zittingszaal binnengelopen. De strafzaak was nog niet begonnen of hij slingerde al een wijsheid van jewelste de zaal in. Met de vinger opgestoken sprak hij tot de rechters dat een man drie dingen nooit moet uitlenen: de auto niet, de vrouw niet en ook nooit het gereedschap. Want je raakt het kwijt.
De rechters: ,,Dus…”
In de twee uur die volgden verhief Gerrit het fenomeen ‘ontkennen tegen beter weten in’ tot een hogere kunstvorm.
Gerrit zegt dat hij heus antwoorden op vragen wil geven, maar dat de rechters moeten beseffen dat er lang geleden een ongeluk met 120 kilometer per uur is gebeurd waarbij hij keihard met zijn hoofd op het dashboard knalde. Sindsdien vergeet hij dingen.
Van een eerdere strafzaak weet ik dat hij vanwege dat ongeluk van de verzekering 75.000 euro kreeg uitgekeerd. Een betere toekomst bracht het niet. Het geld werd door zijn moeder omgezet in drank en door haar opgedronken. Gerrit vond dat destijds gemeen, maar hij houdt zielsveel van zijn moeder. Tegen de rechters: ,,Wie haar iets aandoet, maak ik koud. Dat durf ik hier best tegen jullie te zeggen.’’
Gerrit is al vijftien jaar verslaafd aan harddrugs en tevens is hij veelpleger. Hij leeft een vals leven. Ditmaal wordt hij verdacht van onder meer inbraken in de Hoornsemeer Bar en in café De Pintelier in Groningen. De buit: geld uit gokkasten. In De Pintelier lag op de vloer een hamer waarmee een ruit was ingeslagen. Op de steel zat het DNA van Gerrit.
Triomfantelijk kijkt hij naar de rechters en roept: ,,Dus onschuldig hè.’’ Had hij het bij binnenkomst niet gezegd? Leen nooit je gereedschap uit, want je raakt het kwijt? Nou, de hamer is het bewijs.
Rechters: ,,En aan wie had u de hamer uitgeleend?’’
Gerrit: ,,Dat weet ik niet. Ik heb een zeer ernstig ongeluk gehad.’’
Er is ook een verdenking die ‘m niet lekker zit. Achter de Shell aan de Europaweg in Groningen zou hij in de ochtendstond het portier van een auto hebben opengerukt en de inzittende – een vrouw die net klaar was met werken – hebben bedreigd met een mes. Hij wilde de auto, maar ging ervandoor met de tas die op de bijrijdersstoel lag.
Twaalf minuten na de roof werd geprobeerd met bankpasjes uit die tas te pinnen. Op de camera van de pinautomaat is Gerrit te zien. Hij draagt dezelfde kleding als de man die de camera’s registreerden bij het tankstation, kwartiertje eerder. In de geroofde tas zat 60 euro, exact het bedrag dat Gerrit in de broekzak had. En een mes.
De rechters: ,,Dus…’’
Gerrit zegt van niet. Die tas met pasjes had hij dus op straat gevonden. Hij had nog bij mensen aangebeld om te vragen of ze misschien een tas kwijt waren. Niemand. Tegen de rechters: ,,Ik ben geen heilig boontje, maar ik beroof geen mensen, dat gaat me te ver. Wat mevrouw is overkomen is buitengewoon vreselijk.’’
Hij wil de rechters iets beloven: komt hij straks vrij dan gaat hij op zoek naar diegene die het heeft gedaan. Dat is het minste dat hij kan doen.
Gerrit wauwelde nog meer gekkigheid en dat had hier ook allemaal gestaan als na hem niet Pascal de rechtszaal had betreden. Met Pascal dreven ook donkere wolken de rechtszaal binnen.
Op een dag in februari 2019 vloog een helikopter over Ezinge voor een warmtemeting boven een boerderijtje. Er was een anonieme tip dat er een lab voor chemische drugs in het boerenpand was ondergebracht. Een inval leverde een hennepkwekerij op met 400 planten.
De bewoner – Pascal dus – draaide er niet omheen. Hij vertelde dat hij sinds hij er woonde tien, twaalf keer had geoogst. Tien kilo hennep per keer, opbrengst 4.000 euro per kilo. Betrapte telers vertellen zoiets nooit.
Pascal wel. Hij, 46 jaar, geboren en getogen in Amsterdam, wilde hobbyboer worden, weg van de stadse drukte en zo alleen mogelijk. Zo belandde hij in 2017 in Ezinge. De politie gelooft dat niet. Het vermoeden is dat Pascal vanuit Amsterdam door drugscriminelen naar het Noorden is gestuurd om hier hennep te telen voor daar.
Waren er anderen bij betrokken?
Pascal zegt dat hij alle schuld op zich neemt. Inclusief de berekende drugswinst die moet worden afgedragen: 380.000 euro.
Heeft hij echt zoveel geld verdiend?
Tegen de rechters: ,,Jullie weten net als ik natuurlijk beter, maar ik ga niemand verlinken.’’
Pascal is teruggekeerd naar Amsterdam, hij woont en slaapt in zijn auto en staat ingeschreven op een adres waar de Vakbond voor Daklozen huisvest. Elke ochtend wordt hij om half vier wakker, rookt dan een joint, om vervolgens naar zijn werk te gaan: hij zit in de schoonmaak.
Hij vertelt dat hij sinds zijn tiende psychische problemen heeft, schizofrenie, stemmen in het hoofd, dat hij destructief is. Dat hij nooit hulp heeft kunnen krijgen. ,,Ik had graag een ander leven gehad, maar het zit er niet in. Niet meer.’’ Hij vertelt dat heel zijn familie, net als hij, verslaafd is. Hij aan softdrugs. ,,Ik heb een verrot DNA.’’
Dus.
Dus of hij nou 380.000 euro moet betalen of veel meer of minder, het maakt hem niet uit. Niet meer. De begrafenis is al geregeld.
De rechters: ,,U heeft een levenseinde voor ogen.’’
Pascal knikt. Hij verzorgt nog zijn oude papegaai. Als het beestje doodgaat, dan is het ook klaar voor hem.
Gerrit komt op een dag weer vrij en dan moddert hij verder door zijn rampzalige leven. Pascal vliegt vandaag of morgen zijn papegaai achterna.
Het was een droef begin van de week.
rob zijlstra
Pingback: ZITTINGSZAAL 14