Hardshit en gedoog

publicatie: 30 januari 2021

In de chatgroepen van de sociale media waarin de jeugd van tegenwoordig elkaar de afgelopen week de kop gek maakte en opjutte om te rellen op de Grote Markt in Groningen – en elders – waren ook verkopers actief. Tussen de chats (‘we zetten ook gelijk die vindicat in brand’) door werden alom geestdodende middelen te koop aangeboden.

Uit het oogpunt van de verkopers is dat niet raar. Mensen die meedelen ‘we slopen niks van particuliere, maar overheidsshit moet total loss’ kunnen tijdens hun driftig gedemonstreer in de winterkou wel een opkikkertje gebruiken. Wat ligt er dan meer voor de hand dan een flinke snuif van de witte sloper te koop aanbieden?

Cocaïne is allang geen exclusieve hardshit meer van de grote stad. Voor tijden van corona deden al enige tijd hardnekkige verhalen de ronde dat in menige voetbalkantine in de provincie de derde helft meer inhield dan alleen maar meters bier. Er wordt – steeds vaker – ook cocaïne gescoord.

Na de chat van opruireller Bolle Tito (‘koop allemaal spiritus en benzine’) las ik de volgende ingezonden boodschap: ‘Coke, heel drenthe, friesland en groningen en omstreken. Pb me voor de beste coke, goede kwaliteit (open 24/7) (ook open met avondklok na 9 uur) beller is sneller’. De boodschap werd afgesloten met een telefoonnummer dat na de 06 begon met 85 en eindigde met 195.

Niet eens meer stiekem.

Dat is niet omdat cocaïnegebruik en -handel oogluikend wordt toegestaan. Harddrugs wordt allesbehalve gedoogd. Twee weken geleden schreef ik op deze plek over twee broers die half Stadskanaal van coke voorzagen. Het Openbaar Ministerie eiste drie jaar gevangenisstraf, de rechters vonden dat te weinig en legden vorige week vier jaar op. Dat heet een flinke douw.

Willem (net 26 geworden) had dat proces met belangstelling gevolgd. In 2019 was hij zelf aan de beurt geweest. Hij gebruikte weleens wat en vrienden vroegen of hij ook iets voor hen kon regelen? Zo was hij er ingerold. Verkocht hij eerst alleen aan vrienden, al snel volgden vrienden van vrienden waarna de wildvreemden niet lang meer op zich hadden laten wachten. Tegen de rechters: ,,Zo bouw je een klantenkring op.”

Bij zijn arrestatie vond de politie een administratie die er niet om loog. Willem hield alles bij wat het vermoeden deed ontstaan dat hij handelde voor anderen. Daar kwam nog bij dat Willem tot dan geen strafblad had en werd omschreven als een ietwat kwetsbare jongeman die makkelijk is te beïnvloeden. In luxe leefde hij ook niet. Geen auto, niet eens een rijbewijs. Hij had vooral schulden.

Op vragen van rechters of hij onder druk werd gezet, of hij bang was, wilde Willem toen geen antwoorden geven.

De officier van justitie die de zaak behandelde heeft een hekel aan drugsdealers. Ook aan hen die mogelijk voor karretjes worden gespannen. Hij noemde Willem een lapzwans en een dikke egoïst.

De rechtbank veroordeelde hem tot 16 maanden gevangenisstraf waarvan 8 voorwaardelijk, iets lager dan er was geëist. De criminele winst zou volgens de officier van justitie welgeteld 263.000 euro hebben bedragen, maar toen de rechters aan het rekenen sloegen bleef daar 35.000 euro van over. Dat bedrag moet hij betalen aan de staatskas.

Willem had in 2019 oprecht beterschap beloofd.
Deze week zat hij er weer.
Hoe dan?
Diepe zucht: ’’Foutje. Ja, flink balen.’’

Het was al na middernacht toen hij van zijn werk in Groningen op weg was naar huis. Ter hoogte van Winsum stond een politieauto. Agenten zagen vanuit de verte de scooter naderen en dachten, kom laten we eens een stopteken geven. Willem voorzag problemen, negeerde het teken, racete een zijweggetje in waar hij werd klemgereden.

Rijbewijs? Geen rijbewijs.

Hij moest toen mee naar het politiebureau in Uithuizen. Uit zijn rugtas kwam een groen tasje met daarin kleine zakjes met drugs, vol genoeg om hem nog diezelfde nacht naar het cellencomplex aan de Hooghoudtstraat in Groningen te transporteren voor nader verhoor. In het cellencomplex visten agenten nog eens 9 zakjes uit zijn onderbroek.

Speed, xtc, cocaïne en wiet.
Hardshit en gedoog.

Tegen de rechters: ,,Ik heb een domme fout gemaakt en kan het niet terugdraaien.’’ Nee. Hij had de drugs niet gekocht, maar gekregen. De bedoeling was om het te verkopen. Via mond tot mond. Handelde hij in opdracht van anderen, onder druk gezet, bang?
,,Nee, nee, nee.’’

Rechters: ,,En nu dan?’’
Willem: ,,Ik kan wel door de grond zakken. Ik heb spijt, oprecht.’’
Maar waarom dan toch?
Het had te maken met schulden en die 35.000 euro die daarbij was gekomen.

Willem heeft werk, in de stad. Zijn baas (,,mijn vriend’’) had hem flink op z’n sodemieter gegeven, maar hem niet laten vallen. ,,We hebben een goed gesprek gehad.’’

Er is een hulpverlener van Trajectum meegekomen naar de rechtbank om een goed woordje voor Willem te doen. Zij wil hem graag begeleiden en ziet goede kansen hem op het rechte pad te krijgen. Hij laat een positieve lijn zien, is gemotiveerd, hij werkt met hart en ziel, staat open voor hulp, heeft een vriendin, houdt zich aan afspraken.

Ook de reclassering is positief. Het advies aan de rechters is om Willem niet naar de gevangenis te sturen, het zal de goede stappen die zijn gezet verstoren. Werk en woning zal hij kwijtraken. Trajectum knikt instemmend: zo is het en dat moet niet.

Maar dan. De officier van justitie, uitgerekend dezelfde magistraat die Willem twee jaar gelden een dikke egoïst had genoemd, gaat staan en zegt: ,,Berouw komt na de zonde. Maar bij deze meneer komt het berouw pas nadat hij is gepakt. Hij liegt, praat lariekoek, de ongeloofwaardigheid spat van dit dossier af.’’

De hulpverlener kijkt geschokt, de officier van justitie vervolgt: ,,Hij handelt in vergif, het interesseert hem niet wat hij verkoopt, de zonde interesseert hem niet, de eerdere straf heeft totaal geen indruk op hem gemaakt. De reclassering stelt een werkstrafje voor. Hallo! Meneer hier is dealer in harddrugs.’’

De crimefighter: ,,Hulpverlening oké, maar die moet maar een jaar wachten.” Hij eist de 8 maanden die 2 jaar geleden voorwaardelijk werden opgelegd en nog eens 4 maanden cel erbij voor het nieuwe feit. Opgeteld moet Willem dan 12 maanden zitten.

De officier van justitie: ,,Dat gevangenisstraf een verstoring is van zijn leven, klopt. Dat is ook de bedoeling.’’

Willem kijkt met vernietigende blikken naar de officier van justitie. Hij beheerst zich, wendt het hoofd richting rechters en doet, beleefd, een voorstel: ,,Geef me nog één kans.’’

rob zijlstra

update – 9 februari 2021 – uitspraak
Willem krijgt zijn kans: 120 uur taakstraf, drie maanden voorwaardelijk. De voorwaardelijke celstraf die in 2019 was opgelegd komt nu wel om de hoek kijken:  daarvan moet hij er nu drie maanden zitten. Weten hoe het precies zit en waarom? Lees het vonnis (klik op onderstaande afbeelding).

het vonnis van willem

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s