Fred van der winkel
rechtbankpresident Noord-Nederland:
Je kunt niet iedere week
nieuwe hoofdlijnen verzinnen
want dan wordt de organisatie gek
Het rommelde achter de muren van de drie rechtbanken in Groningen, Assen en Leeuwarden, samen de rechtbank Noord-Nederland. Medewerkers – onder wie rechters – hadden geen vertrouwen meer in president Maria van der Schepop. Zij stapte op. Nu is er een nieuwe president: de 61-jarige Fred van der Winkel.
Hij heeft de auto met chauffeur ingeleverd, ingeruild voor een appartementje in Groningen. Bevalt uitstekend. Nog mooier: binnen de rechtbank Noord-Nederland treft hij alleen maar aardige en betrokken mensen. ,,Het beeld is veel minder somber dan ik uit de berichten had begrepen. Daar ben ik blij mee.’’
Fred van der Winkel is wat hij noemt nog aan het sponzen. ,,Informatie verzamelen. Het is in coronatijd best lastig om met de mensen kennis te maken. Het gaat deels via Skype, voor een deel fysiek. Ik wil weten waar de mensen na de fusie in 2013 tegenaan zijn gelopen. Daar probeer ik mij een beeld van te vormen en dan zal ik met het bestuur een analyse maken.’’ Een eerste indruk? ,,Er gaat hier heel veel goed.’’
Dat was niet het beeld dat in de loop van 2019 naar buitenkwam. Er was heibel in de tent. Er zou sprake zijn van een angstcultuur wat ook te maken zou hebben met de stijl van leidinggeven van president Maria van de Schepop die in 2017 was aangetreden. In oktober 2019 stapte ze van de een op de andere dag op. Er volgde een onafhankelijk onderzoek met als uitkomst: geen angstcultuur, maar wel een gebrek aan goed werkgeverschap. Pijnlijk voor een rechtbankorganisatie die alles en iedereen de maat neemt. Binnen de rechtbank hoort geen gedonder te zijn.
Fred van der Winkel kreeg er het een en ander van mee. Hij is dan president van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, met het halve land als werkgebied. Vandaar die chauffeur. ,,Ik maakte me zorgen over de rechtbank Noord-Nederland. Als hofpresident was ik vaak in buitenland, om te praten over de rechtsstaat. En als je dan verhalen hoort over een eigen rechtbank in Nederland, dan is dat slecht voor het vertrouwen in de rechtspraak en slecht voor de rechtsstaat. Ik had daar buikpijn van.’’
U dacht, ik moet de rechtbank Noord-Nederland redden?
,,Niet zo van ik moet. Ik kon nog een jaar bij het hof blijven, dan zat mijn termijn erop. Ik dacht, of ik ga weer doen waarvoor ik ben opgeleid, rechter zijn. Of ik ga als bestuurder nog eenmaal een uitdaging aan. En dat laatste is het dus geworden. En hoe vervelend het ook is dat de rechtbank Noord-Nederland het even moeilijk heeft, als bestuurder is het mooi om hier aan de slag te gaan.’’
Maar u zegt, het valt dus mee.
,,Ik had over de problemen gelezen. Het beeld was niet heel positief, eigenlijk gewoon negatief. Maar ik merk dat de mensen van goede wil zijn. Er is intern veel kritiek geuit, vooral op het bestuur. Ik ben inmiddels tot de overtuiging gekomen dat die kritiek werd geleverd vanuit betrokkenheid bij het vak. Als je het ergens niet mee eens bent, moet je intern die discussie voeren en daar moet ruimte voor zijn.’’
In het rapport wordt geconcludeerd dat rechters en medewerkers zich wel betrokken voelen bij ‘hun’ rechtbank in Groningen of Assen of Leeuwarden, maar niet bij de rechtbank Noord-Nederland.
,,Een van de teamvoorzitter zei laatst tegen mij dat de organisatie meer een federatie van drie rechtbanken is. Dat vond ik wel een mooie typering. De rechtbank Noord-Nederland is in 2013 als nieuwe rechtbank gestart. Mijn voorzichtige analyse is dat er toen geen afscheid is genomen van de drie oude rechtbanken, het is stilzwijgend in elkaar overgegaan. Misschien zijn mensen te lang is een soort rouwproces blijven hangen. Niemand zat op die fusie te wachten. Dan is het ook moeilijk een nieuwe start te maken. Er zullen altijd verschillen blijven in culturen, maar die zijn er ook tussen rechtsgebieden. De mensen in het bestuursrecht hebben een andere achtergrond dan mensen van het strafrecht of kanton. En kanton is weer anders dan het vreemdelingenrecht. Dat is ook niet erg, verschillen mogen er zijn. Ook tussen Groningen, Assen en Leeuwarden. Maar er moet ook iets overkoepelends zijn. En wij moeten kijken hoe we dat voor elkaar krijgen. We zijn er nog niet.’’
Tjeenk Willink schrijft dat een rechter een andere taal spreekt dan een manager. Moeilijkheden ontstaan als het rechterlijke werk in managementtermen wordt gemeten.
,,Ik ben een fan van Tjeenk Willink. De kunst van een bestuurder is om de taal te blijven spreken van de mensen in de organisatie. Ik moet begrijpen waarmee zij bezig zijn. Anders dan mijn voorgangers ga ik daarom ook zittingen doen. Ik heb gezegd, rooster mij maar in.’’
In het rapport staat dat rechters geen ambities hebben voor leiderschap.
,,Als je wordt geselecteerd voor het ambt van rechter is dat geen garantie dat je later een goede bestuurder of manager wordt. Als dat wel lukt is het een toevalstreffer. Dat is best een probleem. In ziekenhuizen zie je hetzelfde met specialisten.’’
U heeft wel besloten een manager te worden.
,,En het bevalt, anders was ik ook niet aan deze klus begonnen. Ik had er ook voor kunnen kiezen het rechtersambt weer ten volle uit te voeren. Ik ben voor het leven benoemd als rechter. Maar ik wil niet alleen besturen. Ik ga ook zittingen doen.’’
,,Ik wil besturen op hoofdlijnen en dan ben je ook wel eens klaar. Je kunt niet iedere week nieuwe hoofdlijnen verzinnen want dan wordt de organisatie gek.’’
Waar moet de rechtbank staan in samenleving?
,,In Leeuwarden, bij het hof, heb ik vlaggen op het paleis laten hangen. De rechtspraak moet zichtbaar zijn en midden in de samenleving staan. Op de trappen van het paleis hingen aan die grote zuilen bordjes met verboden toegang. Die bordjes heb ik laten weghalen. Ik vond het mooi als mensen op de trappen zaten om er tussen de middag hun boterham te eten of er even in de zon te zitten.’’
,,Rechtspraak is van de mensen. Rechters worden niet gecontroleerd door de minister maar via de openbaarheid, door journalisten, door het publiek. De rechtspraak moet dus toegankelijk zijn. Transparant, geen ivoren toren. Wij willen graag gecontroleerd worden. Maar dat vinden we nog best lastig. Het is zoeken naar de balans. Want je moet ook afstand hebben om je rol als rechter te kunnen vervullen.’’
De vonnissen zijn nog lang niet altijd in klare, in heldere taal geschreven.
,,Nee, dat is nog niet vanzelfsprekend. Er zijn rechters die voor de Hoge Raad schrijven en bang zijn dat hun vonnis juridisch niet helemaal is dichtgetimmerd. Over die angst moet je heen. Belangrijker is dat het publiek het snapt. Je moet met een vonnis naar je buurman kunnen stappen en die moet dan zeggen, ik snap wel waarom je de zaak hebt verloren. Dan is het duidelijk. We zijn er nog niet, maar we zijn ermee bezig. Bij het familierecht worden vonnissen geschreven, niet gepubliceerd, op een manier dat ook de minderjarige het snapt.’’
Ondertussen staat de rechter onder druk. Er zijn twee dagen rellen in het land en de politiek roept om een taakstrafverbod voor geweld tegen hulpverleners.
,,Het is slecht van de politiek dat de rechter niet de ruimte krijgt om maatwerk te leveren. Maar de rechter zit niet op de stoel van de wetgever. Als de wetgever het niet eens is met de uitspraken van rechters, dan moeten ze de wet aanpassen. Zo houden we elkaar in balans.’’
U bent in Polen de straat opgegaan om de demonstreren. In toga.
,,Het hof Arnhem-Leeuwarden heeft een vriendschapsband met het gerechtshof in Krakau. Ik ben veel in Polen geweest. Het is schrijnend om te zien hoe de rechtspraak in Polen in de knel zit. Zes jaar geleden was er nog sprake van een bloeiende rechtsstaat. Het kan snel gaan.’’
,,Ik liep door de straten van Warschau in de zogeheten Mars van de duizend toga’s. Om te laten zien dat we solidair zijn met de rechters in Polen en dat we hun steunen in de strijd voor het behoud van de rechtsstaat. Er stonden veel burgers langs de kant van de weg, ze riepen ons toe. Ik vond dat heel emotioneel, alsof wij een soort bevrijders waren.’’
,,Ik heb kort geleden een uitnodiging ontvangen van de rechtbank in Tarnów. Zij willen een vriendschappelijke band aangaan met de rechtbank Noord-Nederland. Intern is daar in groten getale positief op gereageerd.’’
Stel dat de rechters van de rechtbank Noord-Nederland morgen in toga de straat opgaan om te demonstreren tegen bezuinigen, tegen de hoge werkdruk.
,,Daar zou ik niet blij mee zijn. Aan de andere kant, ook een rechter heeft het recht om te demonstreren. Maar doe je dat vanuit je ambt dan moet er ook wel echt iets met dat ambt aan de hand zijn.’’
In Assen gingen in 2015 rechters in toga de straat om te demonstreren tegen de dreigende sluiting van ‘hun’ rechtbank.
,,Snapte ik. Dat was niet voor het behoud van hun plekje in Assen, maar het ging over het behoud van de rechtbank, als instituut. Een rechtbank vervult een functie in de regio en je wilt niet dat die wordt afgebroken.’’
De rechtbank Noord-Nederland blijft onder uw leiding uit drie rechtbanken bestaan.
Zolang er een besluit is dat wij drie locaties hebben, is er geen haar op mijn hoofd die denkt, het moet anders.
Het bestuursrecht is wel geconcentreerd in Groningen. Daar zijn ze vooral in Friesland niet altijd even blij mee.
,,Klopt. Ik heb daar nog geen oordeel over. Maar ik kan me er wel iets bij voorstellen. Ik heb het er ook wel over gehad met Ferd Crone (oud-burgemeester Leeuwarden – red). Dan had hij een Leeuwarden een bordeel gesloten, dan kwam daar een rechtszaak van en die zaak werd dan behandeld in naar Groningen. Als lokaal bestuurder wil je zo’n zaak in je eigen regio afhandelen. Ik ben niet doof voor die kritiek.’’
Een groot probleem: het rechterstekort.
,,De komende jaren gaat een flink aantal rechters met pensioen. We moeten dus niet alleen vacatures opvullen, maar we moeten ook anticiperen op het vertrek van mensen. Er moet op dit punt meer gebeuren dan er al is gebeurd. Als bestuur hebben we daartoe al besloten. We gaan inzetten op meer mensen. Daar komt een plan voor. Het gaat niet alleen om rechters, maar ook om mensen voor juridische ondersteuning.’’
Over vijf jaar ziet de wereld er anders uit. Zijn er dan ook andere vormen van rechtspraak dan we nu hebben?
,,Er zijn mensen die in aanmerking komen voor gefinancierde rechtsbijstand, die groep wordt steeds kleiner, dan moet je wel heel weinig verdienen. Maar er is een grote groep voor wie de rechtspraak financieel steeds minder bereikbaar wordt. Dat is een grote zorg. Ik hoop dat de digitalisering kan worden ingezet. Met digitale zittingen, iets minder uitgebreid, maar wel sneller en betaalbaar. Ik zie in het buitenland, zoals in Canada, interessante voorbeelden met digitale buurtrechters. Dat moet geen bezuiniging worden, maar een uitbreiding van de dienstverlening van de rechtspraak.’’
rob zijlstra
dit interview stond op 13 februari 2021 in
Dagblad van het Noorden en Leeuwarder Courant
→ onrust in de rechtbank: dossier
De rechtbank Noord-Nederland is in 2013 ontstaan door een fusie tussen de tot dan zelfstandige rechtbanken Groningen, Assen en Leeuwarden. Er werken momenteel ruim 750 mensen waaronder bijna 150 rechters. Aan het hoofd van de organisatie staat het gerechtsbestuur waarvan Fred van der Winkel voorzitter is. De twee andere bestuursleden zijn rechter Albert Ploeger en Madelon de Wilde (niet-rechterlijk lid).
Pingback: ZITTINGSZAAL 14