Het rommeltje

Het is niet mijn taak om de Nederlandse rechtspraak in het algemeen en die in het Noorden in het bijzonder te bejubelen. Zoiets zou heus kunnen want er gebeuren in de gerechtsgebouwen buitengewoon mooie zaken, er worden daar complexe geschillen geslecht en er worden de meest wijze en evenwichtige vonnissen gemaakt. Sowieso is het strafrecht zoals dat in de boeken staat geschreven van een grootse schoonheid.

In doordachte wetsartikelen is heel het menselijke gedrag, hoe vuig en grillig ook, in fraaie woorden gevat. Sommige artikelen zijn al honderd jaar oud, maar weten nog altijd fier stand te houden. Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut! doen te weten: diefstal van vee uit de weide, gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren.

En verzint het kwaad iets nieuws – phishing, grooming, cryptojacking – dan wordt de wet na enig heen-en-weer gepraat aangepast en dan kunnen wij weer verder met vredig samenleven.

Nee, mijn schone taak is om met een kritische blik, zonder aanzien des persoons en zonder vrees te berichten over het reilen en zeilen in de zalen van het strafrecht. Daarbij moet ik zo dicht mogelijk bij de feiten blijven, dat wat ik opschrijf moet grond hebben in de werkelijkheid. Dat moet ook van de krant.

Moeilijk is dat niet. Ik kijk naar wat ik zie en ik luister naar wat ik hoor. Dat voeg ik samen en schrijf het op. Veel meer of minder is het niet.

Er gaat dus veel goed. Dat gezegd hebbende: afgelopen week was het een rommeltje.

Ik moet niet overdrijven. We zaten niet bij elkaar op schoot, maar krap was het wel. In de niet al te grote zittingszaal 13 zaten 18 personen, allen beroepsmatig aanwezig want geïnteresseerd publiek is vanwege het virus nog altijd niet welkom bij de openbare zittingen. Voldoende afstand houden wat moet, kon in zaal 13 niet of nauwelijks. Het was te vol. In de zaal zelf werd het naarmate de uren verstreken steeds benauwder. Ventileren is niet mogelijk want rechtszalen kennen geen ramen.

Ik dacht, hoe geloofwaardig is het dat de rechtbank die coronaregels zelf niet naleeft of serieus neemt ondertussen wel overtreders van de coronawetgeving bestraft? Ik zag en hoorde dat de rechters zelf ook niet helemaal gelukkig waren met de situatie, maar ze grepen niet in. Terwijl van rechters mag worden verwacht dat zij grenzen trekken.

Twee dagen later: 19 aanwezigen in de nog iets kleinere zittingszaal 11. Naast mij aan de perstafel zat een mij onbekende man, ditmaal bijna wel op schoot. Een aanwezige politieman fronste de wenkbrauwen, maar in de rechtszalen handhaven de rechters de orde en weer zeiden zij er niets van.

Mocht u volgende week op deze plek niets aantreffen, weet dan dat ik de rechtszaal vroegtijdig en sprakeloos, dus zonder woorden, heb verlaten.

De strafzaak die op die benauwde ochtend werd behandeld hield niet over. Of zoals de officier van justitie het verwoordde: ’t was een rommeltje.

Dat zeggen officieren van justitie zelden tot nooit. Maar nu moest het kennelijk wel: de zaak die werd behandeld was vijf jaar oud. Binnen het strafrecht wordt twee jaar aangehouden als een redelijke termijn. Binnen twee jaar hoort een verdachte te weten waar hij aan toe is. Vijf jaar oud is dus flink meer dan heel onredelijk.

De verdachten zouden zich in 2015 en 2016 hebben ingelaten met hennepteelt. Ze waren opgepakt tijdens een grote politieactie, een van de grootste politieacties op hennepgebied in Groningen ooit. Bij de acties waren 175 politiemensen betrokken, op negentien plekken deden ze die dag invallen, er werden zeven hennepkwekerijen en een drogerij ontmanteld, 25 kilo hennep en meer dan 100.000 euro in contanten in beslag genomen en er werden dertien mensen gearresteerd.

De politie dacht een georganiseerde criminele organisatie te grazen te hebben genomen, dacht de ondermijnende misdaad een klap te hebben toegebracht, maar vijf jaar na dato blijken de verdachten de kleine vissen te zijn die wat het OM betreft mogen boeten met werkstrafjes.

De vraag was waarom het dossier met de uitkomsten van een omvangrijk politieonderzoek jarenlang bij het Openbaar Ministerie op de plank had gelegen? Waarom zoveel tijd en energie, waarom zoveel inspanning en dan vervolgens heel lang helemaal niets?

Een advocaat maakte de rechters duidelijk hoe lang vijf jaar duurt: op de dag van de politieactie moesten kinderen die nu al naar school gaan nog worden geboren.

Het had meerdere oorzaken, sprak de officier van justitie ietwat ongemakkelijk tot de rechters. Hij wilde niemand de schuld geven, maar één oorzaak wel benoemd hebben: de politie. De politie had van het grote onderzoek een rommeltje gemaakt. Ook daarom heeft het zo lang moeten duren. ,,Nee, fraai is het allemaal niet.’’

Ik dacht, maar officier van justitie. Het Openbaar Ministerie is verantwoordelijk, officieren van justitie leiden toch de grote onderzoeken? Dan bent u toch zelf het rommeltje? Ik keek naar de rechters, benieuwd naar de reactie, naar wat zij hiervan zouden zeggen. Maar de rechters zeiden niets, ze vroegen ook niets, geen enkele kritische noot.

De verdachten hadden deze doemdag nog kunnen redden, maar zelfs de beklaagden waren onder de maat. Met verbazing luisterde ik naar de nu 47-jarige Annemieke, die wel heel zeldzaam ongeloofwaardig zat te wezen.

Zij was op die actiedag een van de dertien arrestanten, opgepakt in Hoogezand. Op zolder van haar bescheiden woning werd een hennepkwekerij aangetroffen. Ze wilde bij vol verstand de rechters doen geloven dat ze dat niet wist. Ze woonde er, sliep er pal onder. Hoe dan Annemieke?

Annemieke had geen idee. Ze had ook een vriend, nu haar ex en tevens medeverdachte. Ook hij had een hennepkwekerij aan huis. Ze kwamen vaak bij elkaar over de vloer vanwege de liefde. Wist ze dat haar vriend van toen een hennepkwekerij had in de woning waar ze vaak kwam? Nee, echt niet. Voor het overige wist Annemiek zich niets meer te herinneren. Waarom dat ze niets meer wist, wist ze ook niet.

Gelukkig gaat het nu heel goed met haar, dat wist ze wel, zei ze. Ze heeft een eigen bedrijf waarmee ze bedrijven ondersteunt.

Tja. Meestal laat ik de verdachten zuchten, maar ditmaal doe ik het maar zelf. Want met dit soort verdachten win je de oorlog niet.

Dat wonderschone strafrecht verdient echt veel beter dan al dit gerommel.

rob zijlstra

corona-maatregelen | Het gerechtsbestuur van de rechtbank Noord Nederland heeft in een reactie laten weten dat er inderdaad te veel mensen in de zittingszalen aanwezig waren. Het plannen van zittingen is in coronatijd niet altijd even gemakkelijk. ‘We gaan het planningssysteem verbeteren’, zo laat rechtbankpresident Fred van der Winkel weten.

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s