Je kunt een strafbaar feit plegen, een misdaad begaan, terwijl je daar geen straf voor kunt krijgen. Je krijgt pas straf als je ook een strafbare dader bent. Zo zit het strafrecht vol dingetjes
Je kunt van plan zijn een misdaad te plegen, maar halverwege bedenken dat dat toch geen goed idee is. Je komt tot inkeer. Geen straf. Het moment van inkeer is dan wel van cruciaal belang.
Stel.
Je loopt langs de bakker en je hebt al dagen niet fatsoenlijk gegeten, want geen geld. De bakker heeft zijn lekkerste baksels te kijk gezet in de hoop dat een voorbijganger de verleiding niet kan weerstaan en toehapt. Jij, voorbijganger met knorrende maag, aanschouwt het onweerstaanbare, het water loopt al in de mond, je loert om je heen, je ziet niemand en – inkeer! Je loopt zonder brood door. Niets aan de hand.
Maar de snode inbreker die halverwege in de regenpijp hangt is zo strafbaar als wat, ook al moet het echte inbreken, het stelen, dan nog beginnen. Proberen een misdrijf te plegen is ook strafbaar, maar dan moet er wel een begin van uitvoering van de misdaad zijn. Klimmen in een regenpijp is dat.
Er was eens een man die ruzie kreeg met een andere man. Het liep uit de hand. De ene man stak de andere man neer. Veel bloed. De messentrekker schrok zich een hoedje en kwam tot inkeer: hij verleende eerste hulp en belde 112. Hij was ineens een hulpverlener geworden.
Volgens de advocaat kon van een poging tot doodslag – wat de officier van justitie beweerde – geen sprake zijn. Uit het feit dat de man 112 belde kon immers worden opgemaakt dat hij de dood juist probeerde te voorkomen.
Helaas, pindakaas, zeiden de rechters: de verdachte was te laat met z’n inkeer. De messentrekker werd veroordeeld en ging voor twee jaar naar de spinnen.
Een ander strafrechtding is noodweer.
Op 11 april 2019 sjouwt de 37-jarige Paay door de nacht. Hij houdt van de duistere binnenstad. Eerder woonde hij in Lahore, de tweede stad van Pakistan, in Canada, daarna in Dubai. Groningen, hij is hier neergestreken omdat zijn vrouw er een goede baan vond, bevalt hem.
Hij heeft die nacht whisky gedronken en een blowtje gerookt, wat hij vaak doet. Hij is aardig onder invloed, zoals vrijwel iedereen na vier uur in de nacht van de Peperstraat dat is.
De vechtpartij duurt nog geen twintig seconden, er zijn veel getuigen. En camerabeelden. Vage beelden van dichtbij en scherpe beelden van veraf. Beide varianten worden in de rechtszaal getoond.
Een van de rechters merkt op dat het ook maar goed is dat we de beelden hebben. Er zijn namelijk veel verklaringen van mensen die het hebben gezien, maar wat ze zeggen te hebben gezien, spoort niet met de beelden. De drank, denken de rechters hardop.
De camera’s registreren dat Paay om 04.15 uur door de Peperstraat loopt. Om 04.19 uur gaat hij alleen een kroeg binnen waar je cocktails kunt drinken. Welgeteld 49 seconden later komt hij weer naar buiten. Hij gaat ergens op zitten om wat aan zijn schoenen te prutsen.
Om 04.26 uur komt een man in een wit shirt naar buiten, gevolgd door drie, vier metgezellen. Paay staat op, schopt tegen een poot van een terrasstoel en dan ineens vallen er klappen.
Paay krijgt ze.
De man in het witte shirt geeft ze.
Hij krijgt een derde klap van een metgezel.
Dan grijpt Paay de man bij zijn witte shirt en maakt hij, zo lijkt het, stekende bewegingen. Daarna rent hij weg, de straat uit.
Eenmaal kijkt hij achterom.
De ambulance komt, een paar minuten later ligt de man van het witte shirt op de operatietafel om een spoedoperatie te ondergaan. Er is een slagader geraakt. Hij overleeft het, dankzij zijn metgezellen die wisten wat te doen- druk op de wond houden – voordat de ambulance kwam.
Het slachtoffer heet Boris. Boris is net als de drie, vier mannen die bij hem waren, marinier. Ze waren samen in de stad om te drinken. Als Boris in de ambulance ligt meldt een van de metgezellen aan de verpleegkundige dat Boris drugs heeft gebruikt.
Wat de aanleiding is geweest voor de schermutseling blijft vaag. Paay zegt dat hij in de kroeg waar hij 49 seconden binnen was een confrontatie had met potige mannen. Ze hadden hem, zegt hij, een terrorist genoemd. Boris en zijn bataljon zeggen dat ze zich daar niets van kunnen herinneren.
Na twee maanden geeft de politie beelden vrij van het steekincident. Paay ziet ze op het internet voorbijkomen, herkent zichzelf en schrikt. Hij besluit zich bij de politie te melden en vertelt wat hij nog weet.
Voor de advocaat is het klip en klaar. Paay werd aangevallen, hij verdedigde zich. Schoolvoorbeeld van noodweer. Paay heeft wel een strafbaar feit gepleegd, hij heeft gestoken, maar hij is geen strafbare dader. Dus ook geen straf.
De officier van justitie ziet het anders: niks noodweer.
Het slachtoffer begon met het geweld, de eerste twee klappen kwamen van hem, dat staat vast. Paay werd dus aangevallen. Maar. De vraag is dan, zegt de officier van justitie: ,,Was er een noodzaak tot zelfverdediging? En daar gaat het fout. Paay had weg kunnen lopen, ja, weg kunnen rennen. Dat deed hij niet. Geen noodweer.’’
Hij voegt daar nog aan toe: ,,De wet zegt niet dat wie een klap krijgt, per definitie een klap terug mag geven. dat is een groot misverstand.’’ Met andere woorden, Paay is ook een strafbare dader.’’ De strafeis: twee jaar het gevang in.
De advocaat werpt nog tegen: ,,Weglopen? Hoezo weglopen? Hij werd omsingeld door mannen die hun mannetje staan, door mariniers. Hij kon geen kant op.’’
Boris zit in de rechtszaal en hoort het allemaal aan. Zijn blikken verraden dat hij het liefst de zaak zelf zou willen afhandelen. Buiten. Hij heeft – nog altijd niet volledig hersteld – een schadeclaim ingediend. Wat geld ter compensatie lijkt hem alleszins billijk.
De officier van justitie moet een advies geven over die claim, de rechters beslissen.
De officier van justitie: ,,Boros heeft geen recht op schadevergoeding. Hij begon immers met het geweld. Had hij niet geslagen, dan was er geen steekpartij geweest. Dat hij gewond raakte, is een kwestie van eigen schuld, dikke bult.’’
Richting de marinier zegt de officier nog: ,,Ik zeg dit met spijt, want het mag duidelijk zijn bij wie mijn sympathie ligt.’’
Niet bij Paay.
rob zijlstra
update: uitspraak
Paay is veroordeeld tot 2 jaar celstraf, geen noodweer. Hij verdedigde zich niet, aldus de rechters, maar zette een tegenaanval in. Klik op onderstaande afbeelding voor het volledige vonnis.

Pingback: ZITTINGSZAAL 14
Intrigerend tussenzinnetje in het vonnis: “De rechtbank neemt mee dat verdachte (Paay dus) in december 2020 tot een gevangenisstraf van 6 jaren is veroordeeld voor een ander feit.”