Nico hoort bij zittingszaal 14 van de rechtbank zoals de Martinitoren hoort bij Groningen. Hij komt wel eens in andere steden, Assen, Apeldoorn, Arnhem, maar nooit overtreedt hij daar de wet. Het gaat alleen fout als hij in Groningen is. Hoogst vervelend want hij woont in Groningen.
Nico beschikt over eigenaardige eigenschappen. Vast en zeker ook over heel goede, maar die zijn dan in de afgelopen vijftien jaren iets minder uit de verf gekomen.
Een van de eigenaardigheden is dat Nico vrijwel altijd ontkent waarvan hij wordt beschuldigd, ook als hij het heeft gedaan. Nico kan ontkennen dat hij ontkent.
Slechts tweemaal hoorde ik hem in de rechtszaal een wetsovertreding toegeven. Over een overval op een sigarenwinkel in de binnenstad van Groningen. Klopt, die overval had hij gepleegd, maar de rechters moesten wel weten dat het per ongeluk was gebeurd.
Niemand pleegt per ongeluk een gewapende overval, maar Nico kan dat. Hij was de zaak binnengelopen om sigaretten te kopen en ineens had hij een mes in de hand en toen ongewild enige eisen geformuleerd. Hij verliet de zaak met een beetje buit, was weerom gekeerd om nog even sorry te zeggen en weg was hij.
De andere keer betrof een uitermate trieste gebeurtenis die hij de rest van zijn leven met zich mee moet torsen. Het sneeuwde die dag en ze hadden om te geinen op straat met sneeuwballen gegooid. Eén bal raakte een langslopende mevrouw die een vriend had met zowel een pitbull als een zekere reputatie.
Nico en zijn vriend Henk waren ervan overtuigd dat hun laatste uren hadden geslagen. Dat klopte helaas, zij het voor de helft. Ze besloten ter verdediging een wapen aan te schaffen. Met de revolver gingen ze naar een kennis met meer verstand van zaken. Bij hem aan tafel kregen ze instructies. Daarbij dronken en blowden ze wat en dolden ze met het wapen, als waren ze cowboys.
Ineens – 21 december 2009, even na half elf in de avond – een luide knal. De 28-jarige Henk Hofker was op slag dood.
Een vreselijk ongeluk dat Nico werd aangerekend. Hij had geen verstand van wapens maar zat er toch mee te spelen: roekeloos en dus strafrechtelijk verwijtbaar. De officier van justitie eiste twee jaar celstraf wegens dood door schuld. Nico kreeg er drie.
Hij had in zittingszaal 14 gezegd dat zijn vriend door zijn schuld dood is en dat hij dat zichzelf nooit zal vergeven. Nico, toen 27 jaar, vond dat hij geen recht meer had op leuke dingen in het leven.
Er zouden daarna vele veroordelingen volgen. Zodra er in Groningen een wet wordt overtreden denken politieagenten allereerst aan Nico. Bijna altijd wordt hij opgepakt. Leuk is inderdaad anders.
Afgelopen week stond hij terecht vanwege de verdenking dat hij eerst een tas en drie dagen later een jas heeft gestolen, november vorig jaar. Er zijn camerabeelden, Nico ontkent. Hoe dan, vragen de rechters?
Eerst de tas.
Een vrouw doet aangifte. Uit haar woning in het appartementencomplex aan de Akkerstraat in Groningen is haar handtas gestolen, zo rond zes uur ’s middags. Op dat tijdstip hangt Nico daar rond, zo blijkt uit de camerabeelden. Agenten zijn zonder twijfel: ’t is onze Nico.
Te zien is dat hij in de centrale hal een sigaret rookt. En het lijkt wel of hij een leren handtasje bij zich draagt, een tasje waarvan de vrouw zegt: honderd procent zeker de mijne.
Nico: ,,Klopt, dat ben ik. Maar het is mijn tas, daar zitten mijn sigaretten in en belangrijke dingen.’’ Wat hij daar binnen deed? ,,Roken. Buiten was het koud.’’
Een half uur na de diefstal wordt er met een bankpasje uit die gestolen tas contactloos afgerekend bij de coffeeshop in de Oude Boteringestraat. De camera’s laten niet Nico zien, maar ene Elmar.
Nico zegt: ,,Klopt. Ik ken Elmar wel, maar ik heb hem al maanden niet gezien.’’ Elmar zegt dat hij het pasje waarmee hij afrekende heeft gevonden.
De beelden leveren niet het keiharde bewijs. Maar, zo redeneert de officier van justitie, wordt ergens iets gestolen en Nico is in de buurt, dan is het Nico die het heeft gedaan.
Dan de jas.
Die wordt drie dagen later gestolen uit de synagoge aan de Folkingestraat. Nico is in de buurt. Hij zegt: ,,Klopt. Ik zag allemaal jongeren met mondkapjes door de hoerenbuurt lopen. Dat maakte mij nieuwsgierig, toen ben ik achter hen aangelopen.’’
De jongeren zijn scholieren van het Werkmancollege die een rondleiding krijgen door de synagoge. Tijdens de rondleiding wordt de jas gestolen.
De camerabeelden worden bekeken. Te zien is dat Nico de synagoge met een korte rode jas betreedt en kort daarop het gebouw verlaat in een lange donkere jas met bontkraag. Exact zo’n jas als is gestolen.
Nou?
Nico vindt de verdenking veel te kort door de bocht. Hij zegt dat hij een jas heeft die je binnenstebuiten kunt dragen. En laat hij nou binnen zijn jas hebben omgedraaid. De capuchon zat aan de binnenkant, dat voelde niet lekker. Zodoende.
Nico belandt voor deze twee feiten op het politiebureau. Hij geeft antwoord op vragen en mag dan – tot zijn eigen verbazing – naar huis. Achteraf bleek dat een foutje. Abusievelijk heengezonden, heet het. Nico vindt dat raar en ziet er een bevestiging in van zijn onschuld. Tegen de rechters: ,,Ze weten waar ik woon, waarom hebben ze me dan niet opgehaald?’’
De officier van justitie heeft een andere vraag: wat ditmaal met Nico te doen? Weer een gevangenisstraf? Wetende dat hij dat helemaal niet erg vindt?
Nico denkt graag mee. Hij zegt dat hij wat research heeft gedaan en dat hij wel eens iets anders wil. ,,We hebben nog niet alles met mij geprobeerd.’’ Zijn voorkeur gaat uit naar een vrijwillige behandeling, want om nou de rest van zijn leven afhankelijk van de drugs te zijn, lijkt hem niks. ,,Ik ben al 37.’’
De officier voelt niets voor vrijwillig. Te vrijblijvend, tot mislukken gedoemd. Zij stelt voor, als eis: de veelplegersmaatregel ISD (inrichting stelselmatige dader). Dan zit Nico twee jaar vast en moet hij een intensief traject volgen, met aan de horizon het rechte pad.
Nico knikt. Is een optie. En als dat moet, dan moet het. Tegen de rechters: ,,Ik ben gemotiveerd. Het probleem is natuurlijk dat ik onschuldig ben en moet worden vrijgesproken.’’
Nico zal niet alleen zittingszaal 14 overleven, maar ook de Martinitoren.
Dat kan niet?
Bij Nico kan het onwaarschijnlijke de waarheid zijn.
rob zijlstra
update – 6 April 2021 – uitspraak
Nico staat alleen in zijn waarheid. De rechtbank heeft heeft hem conform de eis veroordeeld tot de maatregel ISD.

Pingback: ZITTINGSZAAL 14