Het schoolvoorbeeld

Wanneer het precies was, weet ik niet meer. Het was in ieder geval na de uitspraak van de rechtbank toen het Openbaar Ministerie belde. Wie mij benaderde kan ik mij ook niet meer herinneren, wel wat het verzoek was: of ik wilde meewerken aan een film over een verhaal dat ik had geschreven.

Natuurlijk begon van alles te gloeien en flitste er een carrière voorbij waar ik tot dan toe niet van had durven dromen. Een film. Een film van mijn verhaal! Was ik binnen?

Het moment van euforie was van korte duur. Ik had immers niet Hollywood aan de telefoon, maar iemand van het Openbaar Ministerie. De vraag was of ik wilde meewerken aan een soort van voorlichtingsfilmpje voor intern gebruik. Omdat ik zo helder had verwoord over een strafzaak die het schoolvoorbeeld mocht zijn van hoe het niet moest.

Het filmpje zou furore maken in het land van officieren van justitie en hun medewerkers, ze zouden er wakker van liggen, ze zouden de schoolvoorbeelden van hoe het niet moet ter harte nemen en daarna zou alles beter worden.

Zoiets was het idee.

Ik antwoordde dat ik er even over wilde nadenken, maar wist toen al dat ik dit voorlichtingsfilmavontuur aan mij voorbij zou laten gaan. Wat ik te melden had, had ik opgeschreven en dat had ook allemaal in de krant gestaan. Daar moesten ze het maar mee doen.

Ik geloof niet dat die film er uiteindelijk is gekomen. Na die uitspraak van de rechtbank is de zaak in kwestie een schoolvoorbeeld van hoe het niet moet gebleven, tot op de dag van vandaag.

Het lelijke verhaal is vaker verteld, maar kent helaas ook nieuwe hoofdstukken.

In een lommerrijke laan in Haren woonde de welgestelde mevrouw Rosingh. Zeven jaar geleden, in mei 2014, schreef ik voor het eerst over haar, zij was toen 96 jaar. Mevrouw Rosingh bleek het slachtoffer te zijn van oplichters. Een echtpaar, zeg maar Henk en Marian, aan wie zij haar vermogen had toevertrouwd, had haar jarenlang besodemieterd. In mei 2014 werd het echtpaar in zijn kapitale villa in Haren gearresteerd.

De arrestatie volgde op een onderzoek van de politie en de Belastingdienst. Uitgevogeld was dat de huisarts mevrouw Rosingh eind 2009 niet meer handelingsbekwaam achtte, een lot dat wel meer mensen van in de 90 is beschoren. Al in 2006 had mevrouw het echtpaar aangewezen als gevolmachtigden. Henk, belastingadviseur, en Marian kregen vrij spel en maakten daar gretig gebruik van.

Met het geld van mevrouw Rosingh betaalden ze hun eigen energierekeningen, ze deden de boodschappen ervan, boekten vliegtickets voor leuke reisjes naar Italië, ze deden schenkingen aan de eigen kinderen en ze konden ook zorgeloos hun mooie wagenpark onderhouden.

Betrokken buren vertrouwden het niet en trokken in 2013 aan de bel bij de buurtagent. Die keek niet weg, maar deed wat hij moest doen wat leidde tot het onderzoek en de arrestaties in mei 2014.

De dementerende mevrouw Rosingh was toen al een paar ton kwijtgeraakt.
In 2015 overleed ze.
Onwetend.

Toen de politie de arrestatie in 2014 bekendmaakte kwam er ook een persbericht. Daarin stond dat er jaarlijks zo’n 30.000 kwetsbare ouderen het slachtoffer zijn van financiële uitbuiting. Daders zijn vooral familieleden, mantelzorgers en professionele dienstverleners. Aangiftes blijven vaak achterwege, vanwege de schaamte. Met het persbericht vroeg de politie aandacht voor deze verborgen vorm van veelvoorkomende criminaliteit.

Je denkt dan dat zo’n zaak in het verlengde van de politie voortvarend wordt opgepakt door het Openbaar Ministerie. Maar dat gebeurde niet. Integendeel. Het strafdossier werd door een kreupele slak door de gangen van de strafrechtketen gesleurd. Ik zie fraaie filmische beelden die worden ondersteund door de bittere klanken van een cello.

Het duurde twee jaar voordat de zaak werd voorgelegd aan de rechtbank in Groningen. Niemand kon uitleggen waarom. De rechters waren er wel snel klaar mee. Henk en Marian, dan 51 en 52 jaar, werden toen schuldig bevonden en in april 2016 veroordeeld tot 22 maanden gevangenisstraf.

Dat hadden er 24 moeten zijn, maar omdat het allemaal zo lang had geduurd kregen ze korting. Een half jaar later, in oktober 2016, werden beiden ook veroordeeld tot het terugbetalen van het geroofde geld. Het Openbaar Ministerie had om bijna een miljoen gevraagd, maar de rechters vonden ruim 300.000 euro voldoende.

Het echtpaar was het er niet mee eens en ging in hoger beroep. De slak sleepte zich moedig voorwaarts en na drie jaar had het uitgeputte beestje het gerechtshof in Leeuwarden bereikt. De hofrechters maakten gehakt van de verweren van het echtpaar. Henk en Marian werden in maart 2019 opnieuw veroordeeld.

Omdat het weer veel te lang had geduurd kregen ze nog een keer korting op de straf. Bleef over: achttien maanden celstraf waarvan ook nog eens zes maanden voorwaardelijk. Een jaar zitten dus. Daarnaast: het samen afdragen van bijna 500.000 euro, fors meer dan de rechtbank had bepaald.

Het was geen verrassing dat het echtpaar – dan nog steeds op vrije voeten, nog geen cent teruggegeven – zich er niet bij neerlegde. Ze stelden in 2019 cassatie in bij de Hoge Raad der Nederlanden. De vraag waar de hoogste rechtsinstantie zich over moet buigen is of de uitspraak van het gerechtshof juridisch oké is of dat er hiaten zijn waardoor de zaak overnieuw moet.

Ik voer nog eenmaal dat arme beestje ten tonele. Ditmaal duurt de slakkengang ruim twee jaar. Sinds vorige week ligt er een conclusie op tafel, dat is een soort advies aan de Hoge Raad. En dat luidt, kort gezegd: de veroordeling door het hof is dikke prima, maar de ‘redelijke termijnen’ zijn wel overschreden, de straf zou dus nog een keer moeten worden verlaagd. De Hoge Raad doet eind mei uitspraak.

Het verhaal is hier bijna ten einde, maar nog niet afgelopen. Het Harense echtpaar heeft niet alleen mevrouw Rosingh financieel kaalgeplukt, maar er ligt een nieuwe verdenking. Ze zouden ook een apothekersechtpaar (inmiddels overleden) uit Drenthe voor 160.000 euro hebben bedonderd.

De familie deed in 2016 aangifte, maar het Openbaar Ministerie zag er toen geen zaak in. Daarop werd een klacht ingediend bij het gerechtshof. In oktober 2019 oordeelde het hof dat het Openbaar Ministerie ook deze zaak moet voorleggen aan de rechtbank in Groningen. Dat is, echt waar, nog niet gebeurd.

Ik blijf deze zaak volgen.
Ik kan niet uitsluiten dat als dit zo doorgaat, het echtpaar uit Haren uiteindelijk geen straf krijgt, maar geld toe.
En dan bel ik Hollywood.

rob zijlstra

 

 

update – 25 mei 2021 – uitspraak hoge raad

De Hoge Raad kan zich vinden in de arresten van het gerechtshof Leeuwarden. Wel moet er vanwege het tijdsverloop een strafkorting worden toegepast omdat de redelijke termijnen zijn overschreden. Het is de derde keer dat aan het echtpaar een strafkorting wordt verleend omdat de termijnen buiten de schuld van de verdachten zijn overschreden.

De rechtbank in Groningen gaf 2 maanden strafkorting: geen 24 maanden, maar 22 maanden celstraf.

Het gerechtshof vond het echtpaar zo schuldig als wat, maar ook hier een strafkorting: geen 22 maanden maar 18 maanden. En dan ook nog eens 6 maanden voorwaardelijk.

De Hoge Raad ziet geen redenen van het arrest af te wijken, maar een strafkorting moet wel: eentje van drie weken.

En zo bleef van de celstraf van 2 jaar die in 2016 passend werd gevonden welgeteld 17 maanden en een week over. In de praktijk betekent dat zo’n 11 maanden zitten.

Hiermee is na 8 jaar een einde gekomen aan een rechtsgang die in 2013 met een aangifte begon. Zie ook → dagblad van het noorden   [premium]

 

2 gedachtes over “Het schoolvoorbeeld

  1. Pingback: ZITTINGSZAAL 14

Geef een reactie op ZITTINGSZAAL 14 Reactie annuleren