Het is vrijdagmiddag, FC Groningen moet spelen tegen NAC. In de binnenstad is het onrustig, de donkerblauwe busjes van de mobiele eenheid (ME) rijden af en aan. Op de Europaweg worden arrestaties verricht na een melding dat mannen vanuit een wit bestelbusje met bierblikken naar auto’s gooien. Op de Grote Markt zijn opstootjes, in café De Drie Gezusters wordt stevig geknokt. Op de Klaprooslaan bij het Oosterparkstadion voert de ME charges uit, agenten worden bekogeld met stenen.
In deze setting komt bij de politie een melding binnen dat in een woning aan het Van Brakelplein in Groningen het lichaam is gevonden van een vrouw. Vermoedelijk, meldt de politie, door een misdrijf om het leven gekomen.
Ik ben dan stadsverslaggever. Er staan voor mij die middag, 21 maart 1997, nog twee bezigheden op het programma. Ik moet die rellen een beetje in de gaten houden en daarna is er de kroeg. Beide bezigheden vallen goed te combineren. Zittend aan de bar van café De Unie, bij het grote raam, ontvang ik op de pieper – op de semafoon – een persalarm. Ik moet onverwacht naar het Van Brakelplein, er is daar iets aan de hand. Ik fiets die kant op.
De straat vol geparkeerde auto’s is afgesloten met rood-witte politielinten om het publiek op afstand te houden. Publiek dat er nauwelijks is. Met de perskaart in de hand stap ik over het lint heen en wandel richting een rechercheur die op z’n knieën zit en in de bosjes tuurt.
Ik zeg dat het weer flink mis is in de binnenstad.
De rechercheur zegt dat het er binnen ook niet goed uitziet en knikt naar de woning waarvan de voordeur openstaat.
De volgende dag staat het in de krant, pagina 13. ‘Vrouw dood in woning’. Nog steeds vermoedelijk door een misdrijf. Er komt een recherchebijstandsteam van 25 man, er volgt buurtonderzoek en sectie. Veel is nog onduidelijk.
En dat zal 24 jaar lang zo blijven.
Woensdagochtend, zittingszaal 14. De officier van justitie zegt dat het een bijzonder moment is. Dat het 24 jaar geleden is dat Els Slurink in haar woning aan het Van Brakelplein om het leven werd gebracht, dat haar familie heeft moeten wachten tot dit moment, het officiële begin van het openbare strafproces. Dat de verdachte zelf niet aanwezig is, doet aan het bijzondere niet af.
De officier van justitie: ,,De politie heeft in al die jaren onderzoek gedaan. Nooit is Els Slurink vergeten.’’ De verwachting is dat de strafzaak in december van dit jaar inhoudelijk wordt behandeld.
Advocaat Job Knoester zegt dat hij de verdachte zal adviseren zich niet te beroepen op het zwijgrecht en dat het voorbarig is nu al conclusies te trekken. ,,Een DNA-match is geen daderspoor.’’
De officier van justitie meldt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor geweldsmisdrijven.
De advocaat: ,,Het OM beweert dat onder een nagel van Els DNA-sporen van de verdachte zijn gevonden, maar het OM zwijgt over DNA-sporen onder een andere nagel van een onbekende vrouw.’’
De officier van justitie: ,,De verdachte is actief in de hennephandel en ontvlambaar.’’
De advocaat: ,,Veel is nog onduidelijk.’’
De rechtszaal hoort ook een paar feiten die al bekend zijn. Bijvoorbeeld dat Els Slurink die avond de film The Godfather had gehuurd. Deel 3. Ze huurde de video voor één dag, ze had dus de intentie om die avond naar het meesterwerk van Francis Ford Coppola te kijken. Toen de vooralsnog onbekende haar rond dan wel na middernacht aanviel was ze bezig naar bed te gaan. Ze had haar contactlenzen al uitgedaan. De achterdeur was niet afgesloten.
In de voorbije vijftig jaar zijn tenminste 220 mensen in de stad en provincie Groningen door een misdrijf om het leven gekomen, mannen, vrouwen, kinderen. Ik hou dat bij.
Zet je die 220 moorden en doodslagen op een rij dan ontstaan beelden. Dan kun je onder meer zien dat het jaar 1997 het jaar was waarin in Groningen de meeste moorden werden gepleegd: negen. Zoom je in op dat nare jaar dan kleurt de maand maart zwart, met vier moorden, waaronder dus die op Els Slurink.
Zo is er ook één dag in het jaar die het meest dodelijk is, uitgerekend een toch al bijzondere dag in Groningen die ook nog eens feestelijk wordt gevierd: 28 augustus.
Je ziet ook een tijdsbeeld. In de jaren 70 en 80 zijn de straffen die voor moord en doodslag worden opgelegd zelden hoger dan 5 jaar, maar wel heel vaak in combinatie met tbs (voorheen tbr). De samenleving heette toen maakbaar te zijn, witte jassen konden alle slechteriken in klinieken genezen, ook al was dat niet zo. In de jaren 90 komt de omslag, vandaag de dag zijn straffen voor moord en doodslag tussen de 10 en 20 jaar of nog hoger eerder gebruikelijk dan ongewoon.
Heeft de politie de juiste man te pakken, dan kan Els Slurink uit het lijstje van cold-casezaken worden geschrapt. Haar naam blijft dan evenwel deel uitmaken van een lange rij namen van mensen die ’s morgens opstonden om hun ding te doen, maar niet meer toekwamen aan de nacht.
Het is december 2005 wanneer 2000 supporters van FC Groningen met een indrukwekkende optocht door de stad afscheid nemen van het Oosterparkstadion. Op die dag hoort de 47-jarige Karel een gevangenisstraf tegen zich uitspreken van 8 jaar. Hij heeft in 1994 de dan 49-jarige Maja van Vloten in haar woning aan de Meeuwerderbaan doodgestoken.
Hij wil – zo luidt zijn verhaal – niet langer met een geheim rondlopen. Hij meldt zich op het hoofdbureau van politie waar hij opbiecht wat hij 11 jaar geleden heeft gedaan. De politie kan na onderzoek niet bewijzen dat zijn bekentenis lariekoek is. In de rechtszaal verbiedt Karel zijn advocaat hem te verdedigen, hij is immers schuldig.
Raadsman Cees Eenhoorn kan het niet laten en zegt toch iets. Hij verzoekt de rechters een lage straf op te leggen. Een lage straf zal mogelijk andere daders van nog niet opgeloste moorden kunnen inspireren zich ook vrijwillig te melden.
De 8 jaar die Karel kreeg is kennelijk te veel van het goede voor de nog onbekende daders. Veel is nog onduidelijk, maar wat de zaak van Els Slurink nu al wel bewijst is dat er altijd een dag kan komen, zelfs na 24 jaar, dat de politie voor de deur staat.
En dan ben je aan de beurt.
Pingback: ZITTINGSZAAL 14
En al weer een prachtig artikel van de beste rechtbankverslaggever van Nederland (die ik gelezen heb). Altijd de moeite waard!
Pingback: Els Slurink | DNA onder de nagel, een daderspoor? – zittingszaal 14