Met een zekere elegantie zit de 45-jarige Paula uit Rotterdam in zittingszaal 14. Ze is kapper, maar doet ook aan haarverlenging. Ze zit behalve in de verdachtenbank ook in voorlopige hechtenis; opgesloten omdat ze wordt verdacht van een ernstig strafbaar feit.
In juni werd ze met twee mannen aangehouden door een arrestatieteam in Bourtange. Er gaan jaren voorbij dat er geen arrestatieteam in actie komt in het vestingdorp. Maar in juni wel en het was nog raak ook. In de auto waarin Paula zat, lag 250.000 euro. En dertig kilo cocaïne. Verkoop je die rotzooi hier, dan levert dat anderhalf miljoen euro op, in Duitsland nog meer. Ze waren op weg naar Duitsland.
Inmiddels zijn drie maanden verstreken en Paula heeft het helemaal gehad met de gevangenis. Er is geen zicht op een datum van het proces. Het kan wel 2022 worden. Ze heeft een brief geschreven en vraagt of ze die mag voorlezen? Mag. Ze zegt tegen de rechters dat ze wat naïef is, dat ze het niet wist van dat in die auto en dat ze haar twee katten zo vreselijk mist en dat ze daarom naar huis wil. Of ook dat mag?
In gevangenissen zitten veel mensen als Paula. Dus mensen die worden verdacht van een strafbaar feit, maar nog niet zijn veroordeeld. Formeel zitten ze onschuldig vast, maar niet ten onrechte want ze worden verdacht. Cirkeltje rond.
Nederland schijnt Europees kampioen te zijn als het gaat om de voorlopige hechtenis. Nergens anders zitten zoveel verdachte mensen legaal onschuldig vast als in ons deel van de wereld.
Het is geen feit om van de daken te schreeuwen. De Nederlandse wet zegt namelijk dat het uitgangspunt moet zijn dat een verdachte zijn proces in vrijheid mag afwachten. Tenzij. Over dit laatste gaat het verderop.
Jacob, Meindert en Ngoc, mannen uit Emmen en Hoogeveen, zaten afgelopen week ook in de Groninger rechtszaal en al vijf maanden in voorlopige hechtenis. Ze zaten er niet elegant, maar opgefokt, met de kop vol woede. Ook zij verzochten de rechtbank om vrijlating om het strafproces in vrijheid te kunnen afwachten. Zij beweren niet dat ze onschuldig zijn, maar zo bont de officier van justitie het wil, zo is het niet.
Ze geven toe dat ze helaas een rol speelden bij de hennepstekkerij in Wittelte waar bij een inval bijna 200 moederplanten en een paar duizend hennepplantjes in wording – stekkies – werden aangetroffen.
Tijdens het onderzoek vond de politie aanwijzingen van mensenhandel. De drie zouden een Vietnamese vrouw hebben uitgebuit door haar met bedreigingen en geweld te dwingen in de kwekerij te werken onder mensonterende omstandigheden. Er was niet eens een toilet (wel een emmer) en ook geen verwarming. De inval was in december.
Hennep ja. Maar mensenhandel? Nooit’n keer. Dat lelijke Vietnamese mens liegt dat ze barst, roepen Jacob en Meindert. Ze doet zich voor als zielig, om als slachtoffer van mensenhandel een verblijfsvergunning te krijgen.
Ngoc: ,,Mevrouw heeft haar rol als crimineel omgezet in die van slachtoffer.”
Meindert briest: ,,Ze houdt iedereen voor de gek. Ook de rechtbank.’’
Jacob vult aan dat ondertussen hun leven mooi naar de ratsmodee gaat.
Het Openbaar Ministerie kan nog niks met zekerheid beweren, want het onderzoek is nog niet klaar. Vanwege de vakanties heeft de boel op z’n gat gelegen, maar tussen nu en een maand – kondigde de officier van justitie afgelopen dinsdag aan – gaan we nog meer mensen arresteren. Dan weten wij dat alvast. En zij ook.
De drie mannen zitten niet in hechtenis vanwege de hennep. Hun probleem is de beschuldiging – terecht of niet – van mensenhandel.
Ngoc laat weten dat hij het zwaar heeft achter de tralies, zowel fysiek als geestelijk. Toen hij werd aangehouden kon hij nog lezen zonder bril, nu niet meer. Meindert vertelt dat zijn moeder ernstig ziek is en dat hij haar graag in vrijheid wil bezoeken. Jacob heeft een eigen bedrijf te redden. En een gezin.
Uitgangspunt is dus dat een verdachte pas naar de gevangenis gaat als de rechter dat heeft bevolen. Tenzij.
Tenzij er gronden zijn om de vrijheid van de verdachte alvast te ontnemen: vluchtgevaar naar het buitenland, als er kans is op herhaling, de vrees dat verdachte eenmaal vrij het onderzoek gaat saboteren (door getuigen te bedreigen of om te leggen), als je een gevaarlijke gek bent of – een heel belangrijke – als er sprake is van een geschokte rechtsorde.
Een geschokte rechtsorde is zowel te begrijpen als best raar. Een mens doodt met opzet een mens. Dan ga je niet de verdachte moordenaar opsporen, aanhouden, verhoren en ‘m dan met de groeten naar huis sturen. De geschokte rechtsorde zou de sociale media doen ontploffen.
Maar de samenleving kan ook geschokt zijn zonder dit zelf in de gaten te hebben. Zonder weet te hebben van het misdrijf. Wie wist van Paula? Dan is het weer best raar.
Je kunt je ook afvragen: hoe beoordelen rechters een geschokte rechtsorde? Vandaag de dag kan de samenleving al geschokt zijn op basis van de onderbuik. Als er vreemde poezen door de tuin lopen. Maar je wilt toch geen rechters die de oren laten hangen naar simplistisch gedachtegoed?
Dit terzijde.
Jacob, Meindert en Ngoc moeten blijven vastzitten, vindt de officier van justitie. Want: ,,Ik kan het niet verkopen aan de maatschappij deze mannen in vrijheid te stellen.’’ De advocaten werpen tegen dat er geen haan naar zal kraaien.
De rechters vinden dat er alle reden is de voorlopige hechtenis te laten voortduren. Niet naar huis. Niet in beginsel. Dat krijgen de drie meer dan verontwaardigde verdachten ook te horen.
Maar dan. Na deze harde boodschap schijnen er plots zonnestralen door de donkere wolken: de voorlopige hechtenis wordt niet opgeheven, maar wel geschorst en wel tot aan de dag van het proces. Voor de verdachten komt dit op hetzelfde neer, ze mogen na vijf maanden detentie naar huis. De geschokte samenleving moet het maar even slikken.
De reden van de schorsing is de volgende. De rechters zeggen dat het Openbaar Ministerie niet kan aangeven wanneer het onderzoek wordt afgerond, laat staan dat er zicht is op een datum van het strafproces. De balans moet dan doorslaan naar de persoonlijke belangen van de verdachten. Die wegen na vijf maanden detentie zwaarder dan de strafrechtelijke belangen van de samenleving.
Voor Paula gold deze ontsnapping niet, bij haar sloeg de balans de andere kant op. Twee gemiste poezen wegen niet op tegen 30 kilo coke.
rob zijlstra

mijn twee poezen