Het strafrecht is niet alleen bedoeld voor het uitdelen van tikken op de vingers en draaien om de oren. Zo simpel is het niet bedacht. Het strafrecht heeft ook als doel de normen te bevestigen. Keer op keer maakt het strafrecht middels uitspraken van rechters duidelijk wat wel en wat niet mag. Opdat we steeds opnieuw weten waar we aan toe zijn en dat we in het verlengde daarvan in grote vrolijkheid met elkaar kunnen leven.
Daar komt ook de slogan vandaan die een reclamebureau voor de rechters bedacht: Rechtspraak maakt samen leven mogelijk. Beetje suf, maar het is wel zo.
Dat het strafrecht niet is uitgevonden om alleen maar te straffen is minder goed aan de man gebracht. Daar valt voor sloganverkopers een wereld te winnen. Er zijn ook mensen, misschien heel veel, die denken dat de criminaliteit maar doordendert omdat rechters te lage gevangenisstraffen opleggen. De ongemakkelijke waarheid is dat zware gevangenisstraffen heel vaak niets helpen en soms zelfs averechts uitpakken.
Rechters weten dat heus, als geen ander, zo ook de officieren van justitie die maar vrijheidsstraffen blijven eisen. Er zijn weinig beroepen waarin de beoefenaars willens en wetens maar doorgaan en doorgaan met iets wat in de praktijk niet zo goed werkt.
Makkelijk praten en je schrijft het zo op. De pest is natuurlijk dat alternatieven niet voor het oprapen liggen. Een vergelding in de vorm van euro’s is niet voor iedereen weggelegd. Daar moet je veel geld voor hebben. De taakstraf (werken voor nop) pakt doorgaans redelijk goed uit, maar is bedoeld voor de relatief lichte misdaad.
Herstelrecht?
Stel je voor. Er zijn twee dronken mannen (altijd mannen) die elkaar de hersenen inslaan. Beiden komen flink gehavend uit de verder zinloze strijd. Ze doen aangifte tegen elkaar. Dan ben je dus slachtoffer en verdachte tegelijkertijd.
Wat moet je dan? Met beiden naar de gevangenis? Samen op één cel? Of juist niet?
Het komt voor, tijd geleden alweer. Willem was na een dag hard werken naar Groningen gereden voor een verzetje. In de nacht treft hij in de rosse buurt een man die Leroy heet. Ze kennen elkaar niet.
| Willem heeft een mes en zwaait
daarmee de jas van Leroy stuk
Willem vraagt of Leroy cocaïne verkoopt?
Leroy zegt: ,,Eens even kijken, ben zo terug.’’
Daar is hij alweer. Hij heeft poeder voor twintig euro. Willem betaalt en ontdekt al snel dat hij bij de neus is genomen. Coke blijkt waspoeder.
Willem gaat verhaal halen. Dat wordt knokken. Willem heeft een mes en zwaait daarmee de jas van Leroy stuk, Leroy heeft een steen waarmee hij Willem uit zelfbehoud een hengst op het hoofd geeft. In de rechtszaal blijkt dat ze op dezelfde dag jarig zijn.
Tja, had de officier van justitie destijds hardop gevraagd, moeten we beide heren nu naar de gevangenis sturen? Hij dacht beter van niet. Hij eist tegen de mannen een werkstraf van zestig uur (wat de rechtbank twee weken later ook oplegt).
Willem had gezegd dat de hele affaire indruk op hem heeft gemaakt en dat hij zich niet meer zo prettig voelt in Groningen. Leroy had opgemerkt dat als hij Willem weer tegen zou komen, hij dan geen ruzie met hem zal maken. ,,Het is goed zo.’’
Samen verlaten ze de rechtszaal, in de hal kijken ze elkaar eerst wat ongemakkelijk aan. Dan lopen ze naar elkaar toe en geven ze elkaar ferm de hand. Echte mannen. Ik maak met instemming een foto van de handdruk.
Van de vrede, het kan.
Maar dat was toen.
Terug naar onze tijd, naar de voorbije week
In de verdachtenbank zitten twee mannen. En jawel, een van hen is Leroy, elf jaar ouder dan de laatste keer dat hij er zat. Hij heeft samen met zijn buurman, de medeverdachte, gevochten met een dronken timmerman uit Ierland die na een dag hard werken zin had in een verzetje in de rosse buurt van Groningen.
Buurman en buurman zijn voor iets soortgelijks naar de binnenstad gekomen. Ze hadden hier en daar bier en whisky gedronken. Rechters: ,,Ook drugs?’’ Alleen een pilletje, zegt Leroy. Pilletje drugs? Nee, antwoordt hij. ,,Een pilletje om langer bij de dames te kunnen blijven.’’
| Hij slaat hard en stampt er met zijn
zware zwarte dr. Martens-schoenen flink op los
Er zijn camerabeelden die in de rechtszaal worden getoond. ’t Is de Nieuwstad. De aanleiding blijft onduidelijk. De timmerman staat bij een half blote plezierdame en Leroy komt aanlopen. Ze praten, ze duwen, ze praten en dan, alsof de beelden ineens versneld worden afgespeeld, beginnen ze te slaan en te schoppen alsof het een lust is.
De timmerman valt, passanten proberen de kemphanen uit elkaar te duwen. De timmerman staat weer op, wijst schreeuwend en dansend met gestrekte arm naar Leroy en dan begint de ellende nog een keer. Ook de buurman van Leroy laat zich nu niet onbetuigd. Hij slaat hard en stampt er met zijn zware zwarte dr. Martens-schoenen flink op los. Op het hoofd? Het lijkt zo. Buurman dacht vooral op de benen.
Het duurt minuten. Dan geeft de Ierse timmerman zich gewonnen en blijft hij uitgeteld op de straatstenen liggen. Twee tegen een, eerlijk was het niet. Zijn verwondingen – blijkt later – vallen mee. Dikke kop, dat wel.
Leroy en de buurman zaten er eerst wat anders in, maar nadat ze de beelden hebben gezien rest slechts schaamte. ,,Dit past niet bij mij’’, zegt Leroy met onvaste stem. ,,Ik probeer juist goed in het leven te staan.’’ Hij is bang dat hij door detentie zijn huurwoning kwijtraakt en dan op straat moet leven. ,,Ik ben erg geschrokken’’, zegt ook de buurman. ,,Ik wist niet dat het zo heftig was gegaan. Ik wil mijn excuses aanbieden en ik hoop dat het goed gaat met het slachtoffer.’’
De drank heeft z’n ding weer eens gedaan, verzucht de officier van justitie. Ze rept van buitensporig geweld en vindt dat het glashelder is: de normen zijn hier fors overschreden. Poging tot doodslag. Twee jaar gevangenisstraf, half jaar voorwaardelijk per persoon.
De advocaten proberen te redden wat er te redden valt. Normale mensen doen soms heel gekke dingen, zegt de raadsman van Leroy. ,,Maar straf dient ook toegesneden te worden op de dader. Hij voelt zich ontzettend schuldig en is bereid tot schuldbemiddeling.’’
Ik dacht, de vrede van elf jaar geleden smaakte kennelijk goed. Maar een stevige handdruk tussen echte mannen zit er nu niet in. De Ierse timmerman heeft het land verlaten.
De advocaat doet een tegenbod: ,,Doe achttien maanden celstraf waarvan acht voorwaardelijk.’’ Niet dat dat helpt, het blijft bij een gebrek aan iets beters.
rob zijlstra
18 oktober 2021 – uitspraken
Het is voor de beide buurmannen niet goed afgelopen. De rechters vinden de strafeis – 24 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk – geen recht doen aan de ernst van de feiten. De straf voor beiden: 30 maanden cel.
het vonnis van Leroy [pdf]
het vonnis van de buurman [pdf]