Willem

Jan Berkenbosch, horeca-adviseur te Winschoten, zegt in de hal van het gerechtsgebouw:
‘Zit je in de bajes met vier mannen te kaarten, dan ben je gemeenschapsgeschikt.
Zit je met vier mannen in een auto, dan ben je een criminele organisatie.’

Jan Berkenbosch bedoelt maar.

Hij volgt als belangstellende vanaf de publieke tribune van zittingszaal 14 van de rechtbank van Groningen de strafzaak tegen Willem.
Naast hem zijn voormalige en voormalig advocaat Orlando.
Ook belangstellende.

In april dit jaar worden Berkenbosch en Orlando gearresteerd op verdenking van deelname aan een criminele organisatie die zich bezighield met de invoer van cocaïne uit Suriname. Dat zou zijn gebleken uit telefoontaps.
Beide zaten een tijdje vast, maar werden zonder proces op vrije voeten gesteld.
Van een misdadige drugsorganisatie bleek uiteindelijk niets.

Blijft over: Willem.
Hij werd in een huurauto en op de snelweg tussen Drachten en Groningen betrapt met vijftien bolletjes cocaïne, inclusief verpakkingsmateriaal – plakband en rubber – 113 gram. Er kwam een arrestatieteam aan te pas.
Willem kwam uit Suriname en reisde via Frans Guyana naar Parijs en ‘via Breda’ was hij op weg naar Winschoten, de eindbestemming. De bolletjes kwamen er onder politietoezicht in Groningen in het ziekenhuis uit, op de afdeling interne intensive care.

Willem ontkent.
Bij de politie vertelde hij dat hij vier jaar geleden – toen hij wel drugs gesmokkeld had – bolletjes cocaïne had verstopt boven een systeemplafond van het toilet van een tankstation nabij Breda.
Toen hij daar in april dit jaar weer langsreed, herinnerde hij zich dit weer.
Dacht hé, ging kijken en tot zijn eigen verrassing lag het spul er nog.
Zodoende.
Niks geen invoer van drugs.
Hooguit bezit.
Dat scheelt fors in de misdaad.

Maar de politie prikte door het verhaal heen.
Willem werd op die dag in april vanaf de Belgische grens in de gaten gehouden.
Bij het tankstation dat hij aangaf, was hij niet gestopt.
Voor de zekerheid had de politie ook het toilet bezocht.
Geen systeemplafond.
Stucwerk.

In de zittingszaal wil Willem ditmaal zwijgen.
Logisch.
Hij vindt het Nederlandse rechtssysteem slecht en onrechtvaardig.
Wel maakt hij gebruik van zijn laatste woord.
Hij zegt: ‘Ik heb andere mensen schade berokkend.
Berkenbosch en Orlando V. treffen geen blaam.’

Willem is met zijn 140 kilo’s een figuur apart.
Hij is geboren in het Friese Lemsterland, getogen op het Groninger land, maar vertoefde vaak en lang in Suriname.

Daar was hij bijvoorbeeld directeur van het Polyestercentrum in oprichting.
Kansarme Surinamers konden daar werkervaring opdoen en een heus certificaat halen.
Het centrum kreeg lof en subsidie van de Surinaamse overheid.
De kansarme Surinamers produceerden polyester bootjes.
De eerste bootjes werden feestelijk te water gelaten.
De genodigde minister van volksontwikkeling maakte de proefvaart.
Willem verklaarde bij die gelegenheid tegenover de Surinaamse pers dat na de bootjes ook kozijnen, badkamers en keukens in productie worden genomen.
En allemaal voor de export.
De ontwikkelingsminister juichte het toe.

Niet lang daarna arriveerden de eerste bootjes in Nederland.
Er zaten dertig pakketjes in verwerkt met in totaal 20 kilo cocaïne.
De getipte politie schatte de waarde op 600.000 euro.

Vorig jaar werd Willem nog veroordeeld wegens de handel in duizenden kilo’s aceton, een goedje dat ook gebruikt wordt bij de vervaardiging van synthetische drugs.
Willem ontkende toen ook.
Hij had het spul nodig als schoonmaakmiddel voor de productie van zijn polyester boten in Suriname.
Dat duizenden kilo’s wel heel veel is voor de schoonmaak, gaf hij toe.
Maar je hebt veel nodig.
Suriname kent een nogal warm klimaat en aceton is vluchtig spul.
’t Is zo weg.

Officier van justitie Andries Jongsma eist twaalf maanden gevangenisstraf.
Een heleboel voor relatief weinig drugs, maar Willem is hardleers, zegt Jongsma.
De forse strafeis moet Willem dan ook vooral als een signaal zien.
Hem vastzetten is de enige manier hem te stoppen.

Rob Zijlstra

[dit verhaal is overgenomen van mijn oude weblog]

.

update – 3 augustus 2006 – uitspraak
Een jaar de cel in zou op zich passend zijn, maar omdat Willem anders dan de officier van justitie had beweerd alleen heeft gehandeld, moet tien maanden voldoende zijn. De leugenachtige verklaring van Willem gebruikte de rechtbank als een van de bewijzen. Niet dat het allemaal veel zal helpen, want de rechtbank zei ook: Willem is ongevoelig voor bestraffing.

Plaats een reactie