– deel 3 – over de klanten

Het was er vaak druk en af en toe ervoeren omwonenden dat als overlast.

Maar die werd vooral – naar nu blijkt ten onrechte – toegeschreven aan een nabijgelegen coffeeshop.

 

Jarenlang fungeerde het witte pand aan de Kerkstraat 201 in Hoogezand als een drugspand, waar voor Groninger begrippen ongekende hoeveelheden drugs werden ingekocht en verkocht.

Het gaat om vele tientallen kilo’s harddrugs in alle mogelijke varianten, van het relatief goedkope speed tot aan het prijzige cocaïne.

 

De handel was zo omvangrijk dat het wel mis moest lopen.

 

De eerste signalen die de politie bereikten kwamen uit het criminele circuit. De tips die bij de criminele inlichtingen eenheid (cie, ‘afdeling stiekem’ van de politie) binnen kwamen gingen niet alleen over de grote hoeveelheden die vanuit het witte huis werden verkocht, maar ook over de klanten die er kwamen: rechters, medewerkers van justitie, politiemensen, advocaten, notarissen, bekende voetballers.

Soms viel ook een naam.

 

De informatie kreeg het stempel ‘betrouwbaar’ en er werd een speciaal politieteam samengesteld.

Het witte huis inspireerde de politie tot de naam van het onderzoek: Capitool.

 

De handel en wandel via de voordeur van de woning werd met camera’s vastgelegd, telefoons werden afgeluisterd en de diverse mensen onder wie de 51-jarige bewoner Loek B. werden geschaduwd.

Toen op 21 mei vorig jaar een partij van vijf kilo harddrugs vanuit Amsterdam richting Hoogezand werd vervoerd, werd ingegrepen met meerdere invallen, gevolgd door arrestaties.

Loek B. hoorde maandag vier jaar celstraf tegen zich eisen.

 

Volgens justitie bleek de klantenkring van de Kerkstraat 201 minder spectaculair dan de afdeling stiekem van de politie aanvankelijk dacht: het waren geen rechters, politiemensen, advocaten en notarissen.

Wel voetballers, maar dan geen bekende spelers van FC Groningen.

Wel medewerkers van justitie, maar geen officieren.

 

Het betrof medewerkers van gevangenissen, bewaarders.

Deze medewerkers van justitie, zegt justitie, kochten niet voor de handel, maar vooral  voor eigen gebruik.

Zij zijn inmiddels ontslagen.

 

Toch, zo zegt justitie, week de klantenkring van Kerstraat 201 af van wat de politie gewend is in en rond drugspanden aan te treffen.

Het ging ditmaal niet om de verslaafde junk die zwervend en stelend door de winkelstraten trekt, maar om de ‘werkende junken’, om mannen en vrouwen met keurige banen en gezinnen: de zogenaamde recreatieve drugsgebruikers.

 

Een deel van de klanten is aangemerkt als verdachte.

Donderdag staan vier van hen voor de meervoudige strafkamer.

Volgende week volgen nog eens elf verdachten van wie er vier voor de politierechter moeten verschijnen.

Zes verdachten is een transactie aangeboden (geldboete of werkstraf).

Eind deze maand hoopt de rechtbank alle strafzaken te kunnen afronden.

 

Rob Zijlstra

 

dit artikel staat donderdag ook in Dagblad van het Noorden