Soms zit er een verdachte in zittingszaal 14 die het allemaal wel best vindt.
Gedragsdeskundigen schrijven dan op dat verdachte een gebrek aan empatisch vermogen heeft.
Rechters: ‘Uit niets blijkt dat u spijt heeft van wat u heeft gedaan.’
De verdachte: ‘Tuurlijk ik heb speid, speid ook dat ik hier zit.’
Rechters: ‘Door uw toedoen staat het leven van het slachtoffer op z’n kop.’
Verdachte: ‘Slagtoffer?’
Wanneer het ene bestaat, bestaat ook het andere.
Bob (48) komt de rechtszaal binnenlopen.
Hij zit nog niet in de verdachtenbank of hij heeft al zes keer geroepen dat hij spijt heeft.
Hij zegt: ‘Rechters, dit is een van de meest belachelijke dingen die ik heb gedaan. Ik heb zo veel spijt. Echt waar. Dit is het echt het raarste wat mij in mijn leven is overkomen.’
Een paar keer wijst hij met de duimen over de schouder.
Zegt daarbij: ‘Wat ik die mensen die hier achter mij zitten heb aangedaan, is vreselijk. Maar ik neem alle verantwoordelijkheid. Ik heb het gedaan. Dat ga ik niet ontkennen. Ik heb vreselijk veel spijt. En het doet me zeer. Als ik het vandaag terug kon draaien, had ik het gisteren gedaan.’
Zijn slachtoffers waren 88 en 89 jaar.
Bob: ‘Ik vind het zo erg. Ik heb er toen niet bij nagedacht. Had ik dat wel gedaan, dan was het niet gebeurd. Het is vreselijk. Ik schaam mij diep. U mag mij de straf geven die ik verdien. Ik accepteer alles. Echt, het spijt me.’
Het wordt de rechters allemaal wat te veel.
Een van hen zegt: ‘Een beetje obligaat, Bob.’
Nee, hij had geen plan.
Hij was gewoon naar buiten gegaan, had een tijdje bij het winkelcentrum gestaan, was achter haar gaan lopen en toen had hij een harde ruk aan de tas gegeven.
De mevrouw (88) kwam daarbij ten val.
Bob haalde rennend het geld dat het slachtoffer zojuist bij het winkelcentrum had gepind uit de tas en gooide de tas weg.
Dit gebeurde op 28 december vorig jaar, tegen twee uur ’s middags, in Groningen-zuid.
Een dag later deed hij het nog een keer en op 30 december weer.
In de Emmastraat beroofde hij een 88-jarige mevrouw met tas en wandelstok.
Ook zij kwam ten val, lelijk en met het hoofd op de grond.
Zijn derde slachtoffer, 89 jaar, viel toen hij een harde ruk gaf op haar elleboog en heeft daar nog altijd last van.
Bij deze laatste beroving ging het wel goed.
Een omstander zag het gebeuren en holde achter de eveneens hollende Bob aan.
Uiteindelijk wist de omstander Bob te overmeesteren.
Bob tegen de rechters: ‘Ik was zo blij dat ik was gepakt.’
Rechters: Want anders was u doorgegaan?’
Bob: ‘Ik weet het niet.’
Hij had brieven geschreven en die naar de slachtoffers gestuurd.
Een van de slachtoffers in de rechtszaal: ‘Het was een grote jammerklacht. Het was ikke, ikke , ikke. Het hele kleine beetje medelijden dat ik nog voelde, was na die brief weg.’
Bob zegt dat het hem spijt dat zijn excuusbrief anders wordt geïnterpreteerd.
Een ander slachtoffer: ‘Schande over hem!’
Zij heeft een schadevergoeding ingediend.
‘Maar daar koop ik mijn onbevangenheid niet voor terug.’
Een derde slachtoffer vertelde dat er voor haar een leven is voor december 2011 en een leven na december 2011.
De officier van justitie: “Daarin zit een dramatische knip.’
Waarom Bob?
Bob: ‘Wist ik het maar. Ik weet het zelf niet eens.’
Bob is nooit eerder met politie en justitie in aanraking geweest.
Hij is wel twee keer getrouwd geweest, is vader van een tienerdochter en halverwege 2011 liep zijn derde relatie op de klippen.
Eens was hij bedrijfsleider bij Albert Heijn.
En daarna kampioen keukenverkoper.
Nadat hij de tankpas van het bedrijf privé had gebruikt, volgde in goed overleg ontslag op staande voet.
Dit laatste bestrijdt Bob.
Hij was cocaïne gaan gebruiken, maar was daar mee gestopt toen zijn broer van wie hij geld leende, hem erop had aangesproken.
Een tante ging plotseling dood.
Met oud en nieuw zou zijn dochter op bezoek komen.
Hij had geen geld om lekkere dingen te kopen.
De officier van justitie zegt dat Bob moeilijk ter verantwoording is te roepen.
Hij doet alsof zijn lichaam wel op aarde rondliep, maar zijn verstand ergens anders was.
Alsof hij machinematig handelde.
De officier van justitie: ‘Was het het aangekondigde bezoek van zijn dochter? Het ontslag? Ik blijf maar zoeken naar de banaan waarop hij is uitgegleden.’
Bob hoort het allemaal aan, met het hoofd diep gebogen.
Een van de slachtoffers had gezegd dat de verdachte hulp moet krijgen, dat er geen plaats is voor haat.
De officier van justitie: ‘Dat is mooi, maar ik wil dat de samenleving ziet dat als je je schuldig maakt aan dit soort ernstige feiten, dat je dan een paar jaar van je vrijheid kwijt bent.’
Bob zit nu met de handen in het haar, wrijft dan weer met de vingers in de ogen.
De officier van justitie zegt dat het feit dat hij niet eerder met justitie in aanraking is geweest, in zijn voordeel moet zijn.
Blijft over: 36 maanden gevangenisstraf, daarvan twaalf maanden voorwaardelijk en een verplichte behandeling.
Bob die nog zo berouwvol had gezegd dat hij elke straf zal accepteren, schudt aangeslagen met zijn hoofd heen en weer.
Rechters: ‘Heeft u de eis begrepen?
Bob: ‘Nee, maar laat maar.’
Rob Zijlstra
UPDATE – 16 april 2012 – uitspraak
De rechtbank heeft Bob veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 jaar waarvan 1 jaar voorwaardelijk wegens drie tasjesroven. Volgens de rechters is Bob licht verminderd toerekeningsvatbaar.
Speid wanneer het uikomt.
Als je als notabene 48 jarige nog omaatjes moet gaan overvallen ………….. ziek . Hoop dat hij z’n hele leven spijd heeft …
Help hem!