Potverdorie

Er stonden afgelopen week drugsdealers terecht in zittingszaal 14. Nu is zoiets niet ongebruikelijk in een rechtszaal, maar dagelijkse kost is het niet. Er gaan weken voorbij zonder drugsdealers. Dat komt misschien omdat het strafrecht geen wezenlijke invloed heeft op de drugsmarkt.

De drugsdealers die terechtstonden waren weer eens geen grote jongens. Geen El Chapo’s. Waar El Chapo de aller, allergrootste is (was), staan de Groningse verdachten helemaal aan de andere kant, als de aller, allerkleinsten. Maar, sprak de officier van justitie tegen Tobias, zonder kleintjes als u kunnen de groten niet bestaan. ,,U zit samen in de keten.’’

Tobias, 20 jaar, had geknikt. Dat snapt hij. Nu wel. Een paar maanden geleden snapte hij dat nog niet. Hij voorzag vrienden van vrienden van vrienden van cocaïne in het uitgaanscircuit. Hij deed hele en halve grammen. Met wat hij verdiende, kon hij zijn eigen cokegebruik financieren. Hij dealde niet voor de blinkende Rolex en een te snelle auto.

Deed hij ook heroïne? Tobias, misschien net iets te: ,,Heroïne? Nee. Nee. Nee, dat zou hij nooit, echt nooit van zijn leven doen, echt nooit.’’ Wat hij wil zeggen: heroïne is voor sukkels, voor losers. Cocaïne daarentegen is hip. ,,Iedereen gebruikt cocaïne’’, zegt Tobias.

Behalve hij. Zijn arrestatie was een wake-up call. Hij heeft het zwaar onderschat. Met die rotzooi is hij gestopt en dat bevalt best. De rechters vragen wat het voor hem betekent als hij een gevangenisstraf krijgt? Tobias schuift wat ongemakkelijk heen en weer. Hij heeft een baan, mooi werk ook. Zijn werkgever weet van niets en dat wil hij zo houden. Zou de werkgever van dit alles weten, dan is hij zijn baan kwijt. Gevangenisstraf betekent sowieso ontslag.

Tobias mag van officier van justitie door het oog van de naald kruipen. ,,Ik zie ook wel dat u niet een Narco bent. Ik eis een werkstraf van 240 uur met een waarschuwing van zes maanden jeugddetentie erbij.’’

Willem is een ander verhaal. Willem heet geen Willem, het is zijn bijnaam. Van Willem Holleeder. Niet omdat hij ook een zware crimineel is uit de eredivisie, maar omdat hij net als De Neus lang uit handen wist te blijven van de politie.

Net als deze Willem plaats wil nemen in de verdachtenbank, het is even na negen uur in de ochtend, gebeurt er iets bijzonders. Het alarm gaat af. Door het gebouw galmt een luide stem. Iedereen moet het gerechtsgebouw onmiddellijk verlaten en niet met de lift. Vijf minuten later staan zo’n honderdvijftig rechtbankmedewerkers en rechters buiten op de Ossenmarkt.

Vast en zeker een oefening, zeggen ze op het plein tegen elkaar. Ik bedenk iets anders. In mijn gedachten zie ik Femke Halsema een klein podium betreden en hoor ik haar zeggen:

uit het voorwoord

‘Dames en heren van de rechtbank in Groningen, het is niet wat jullie denken, dit is menens. Dit is een echt alarm, want het is vijf voor twaalf. Jullie werken keihard, maar het is niet goed genoeg. Door jullie falende digitalisering duren rechtszaken onnodig lang en daar heeft de burger veel last van. De kwaliteit van de rechtspraak staat onder druk, jullie houding, gedrag en vaardigheden zijn niet meer van deze tijd. Als jullie zo doorgaan zal het ambt van rechter aan gezag inboeten. Dat raakt niet alleen de rechter, maar dat raakt de samenleving, de democratie.’

De meute op de Ossenmarkt wordt wat onrustig, maar Femke Halsema gaat onverstoord verder. ‘Jullie moet willen meeveranderen met de veranderende samenleving. Die samenleving bestaat uit mondige en kritische burgers met hoge verwachtingen van de rechtspraak.’

‘Jullie en jullie managers denken in termen van producten, klanten en efficiency. Van bedrijfsmatigheid. Maar hallo, jullie werken niet in een koekjesfabriek, jullie hebben rechtstatelijke taken te doen, jullie vormen potverdorie de derde staatsmacht. Probleem is helaas dat jullie met z’n allen een naar binnen gerichte organisatie zijn en dat jullie niet in staat zijn kritisch naar jezelf te kijken. En nu, hup naar binnen, want er is werk aan de winkel.’

Femke Halsema stond daar natuurlijk niet echt. Maar wat ze in mijn gedachten zei, is wel waar. Het staat woord voor woord in het rapport Visitatie Gerechten 2018. Alleen ‘potverdorie’ heb ik verzonnen. Het is een alarmerend rapport over de huidige stand van zaken van de rechtspraak. Halsema was voorzitter van de commissie die de rechterlijke organisatie tegen het licht hield.

Een half uur later dan gepland kan de strafzaak tegen Willem – hij mocht als enige niet naar buiten – beginnen.

Er waren anonieme meldingen over hem binnengekomen. Dat hij zou handelen in harddrugs, in speed, xtc, cocaïne. In de politiesystemen is hij onder zijn echte naam geen onbekende. Hij was in 2015 al eens bedreigd door een groep mannen in verband met een drugs. In 2017 was in zijn woning bijna een vrouw doodgegaan wat ook met drugs te maken had. Eind vorig jaar werden drugs en geld uit zijn woning gestolen en stapte hij naar de politie. Er is een vermoeden dat Willem bang is en onder druk wordt gezet.

De officier van justitie noemt het bijzonder dat een drugsdealer als Willem zo lang onder de rader heeft kunnen werken. Zo lang achtereen dealen, dat lukt bijna niemand. Toch is ook Willem geen echte Narco. Eerder is hij, zo wordt in de rechtszaal geschetst, een wat kwetsbare jongeman die geen aansluiting weet te krijgen bij de samenleving.

Als ik dat hoor moet ik aan mijn woorden van Femke Halsema denken. Willem is een beetje als de rechtspraak zelf. Niet in staat mee te komen in de samenleving, in zichzelf gekeerd, geen zelfinzicht en gelijk de rechtspraak niet in staat goed te communiceren. Willem zeult een bak ellende met zich mee, maar weigert hulp. Ja, af een toe een kopje koffie met iemand drinken, maar verder…?

Anders dan met Tobias kent de officier van justitie voor Willem geen genade. Hij zegt: ‘U bent een grote egoïst. Met de ene hand vangt u een uitkering, krijgt u gratis geld van de Staat en met de andere hand dealt u en verwoest u met drugsverkoop levens.’

Willem hoort achttien maanden gevangenisstraf tegen zich eisen.

Het moet voor rechters een crime zijn: te moeten oordelen over mensen die niet functioneren en in de fout gaan, wetende dat je als rechter onderdeel bent van een organisatie die ook niet functioneert.

Rob Zijlstra

update – uitspraak – 14 mei 2019
Willem is veroordeeld: zestien maanden celstraf waarvan de helft voorwaardelijk. De rechtbank acht de periode waarin hij dealde minder lang  dan het OM wilde doen geloven.  Vandaar een lagere straf dan de geëiste achttien maanden waarvan zes voorwaardelijk.

Het rapport van de visitatiecommissie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s