Dom, dom, dom

De rechter kijkt zonder iets te zeggen indringend naar de verdachte die in een strak lichtblauw pak, wit overhemd, voor hem zit. Dan: ‘Ik snap u niet. U had het goed voor elkaar. Uw proeftijd verliep voorspoedig. U had een huurwoning, een vrijwilligersbaan bij de kringloop. En dan dit.’ De verdachte buigt het hoofd. Mummelt: ’t Was dom.’

Hij snapt op zijn beurt donders goed wat de rechter bedoelt.
Rechter: ‘Hoe kan iemand zo zijn eigen glazen ingooien?’
Errol: ‘Dom, dom.’
Rechter: ‘U heeft niet eens een drugsprobleem.’
Errol: ‘Dom, dom, dom.’

Errol zou heel de rechtszaal wel met dit kleine woordje willen vullen. Misschien, heel misschien als de rechters inzien dat hij echt spijt heeft van zijn domme, domme daad, dat het dan qua straf meevalt. Hij vraagt om genade. Tegen zijn rechters, ootmoedig: ‘Heb medelijden met mij. Het was niet de bedoeling.’

Errol gehoorzaamt niet aan de regels van het spel zoals die aan het strafrecht zijn toegedicht. De bedoeling is dat als je een straf krijgt opgelegd, bijvoorbeeld een gevangenisstraf, dat je daar iets van leert zodat je, eenmaal weer vrij, niet opnieuw in de fout gaat. Dat je het niet nog een keer flikt.

De meeste mannen die worden veroordeeld zijn niet zo dom, maar trekken lering en houden het bij een eenmalige veroordeling. Recidivisten bestaan, maar zijn nog altijd in de minderheid. Zolang dat zo blijft, zullen strafrechters steeds maar weer nieuwe, eenmalige criminelen naar de gevangenis sturen. Zouden alle mannen als Errol zijn, dan zouden we iets anders moeten verzinnen.

Errol, hij is 48 jaar, heeft zich in oktober vorig jaar in Sappemeer schuldig gemaakt aan een woningoverval. Dat was niet slim. Sowieso niet, maar in zijn geval was het zelfs ezelachtig. In 2010 is Errol veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen jaar en zes maanden. Dat is nogal een straf. Hij kreeg die vanwege een serie gewapende overvallen.

In januari 2016 kwam Errol op vrije voeten. Hij had toen welgeteld twee derde deel van zijn straf op de blaren gezeten. Wie twee derde heeft opgeknapt mag in principe naar huis. Het restant – 1155 dagen in zijn geval – bleef op de lat staan. Zou hij zich gedurende de proeftijd van drie jaren fatsoenlijk gedragen, geen nieuwe strafbare feiten plegen, dan vervliegen de dagen op de lat. Dat is het klaar.

Verdachten die na twee derde van hun tijd voorwaardelijk in vrijheid worden gesteld, hebben dus iets te verliezen. Of andersom: ze hebben iets waar ze hun best voor moeten doen.

Errol heeft het echt wel geprobeerd. Met de huurwoning, een vriendin en het baantje bij de kringloop kwam enige structuur in zijn roerige leven. Het zijn zo ongeveer de belangrijkste ingrediënten om op het rechte pad te blijven. Maar op 23 oktober 2018 kinkelde Errol al zijn ruiten in.

Errol: ‘Het was niet de bedoeling.’ De rechter: ‘Als je bijna 1200 dagen open hebt staan, als stok achter de deur, dan zeg je toch nee? Maar u zei ja.’ Errol zucht. Hij moest iemand 300 euro betalen. Dat geld had hij niet, terwijl die jongen maar bleef zeuren. Dus toen ze hem vroegen voor een klein klusje zei hij ja waar hij nee had moeten zeggen.

Errol wil nu het te laat is tegen iedereen in de rechtszaal en als het zou kunnen tegen heel de wereld, sorry zeggen. ’Het was ook niet echt een overval, het was meer een inbraak in een schuurtje. We zouden de drugs pakken en dan wegwezen.’

De tip kwam via via. Een schuur vol drugs, de bewoner op vakantie in Suriname. Errol: ‘Het plan was dat we niemand zouden tegenkomen. En nu zit ik in deze domme situatie.’

De bewoner was inderdaad in Suriname, maar de man die tijdelijk in de schuur bij de woning verbleef kwam om half twaalf ’s avonds thuis van z’n werk. Hij zag licht branden in de schuur en ook dat de deur openstond. Toen hij naar binnenliep werd hij door drie mannen vastgepakt en tegen de muur gezet. De mannen wilden weten waar de drugs lagen, maar van drugs wist hij niks. Er werd gedreigd met geweld, met slaan.

Een van de mannen was Errol, als enige niet gemaskerd. Er zou immers niemand zijn. De schuurbewoner werd naar achteren geduwd en daar – daar waar een camera hing – vastgebonden aan een trap, met de handen op de rug. Errol beet hem toe: ‘Ik weet waar je moeder woont.’ Over zijn hoofd kreeg de ongelukkige een doek. De drie overvallers gingen er met een klein zakje met daarin MDMA (drugs) vandoor. Een van hen riep nog: ‘Je maakt jezelf wel los hè?’

Errol wil niet veel kwijt over die andere twee, die onbekenden zijn gebleven. Over de moeder: ‘Dat was bluf.’

Agenten herkenden hem van de camerabeelden. Bij de politie had hij niet veel anders te melden dan dat hij gebruik wenste te maken van het recht te mogen zwijgen. Nu, in de rechtszaal, moeten de rechters vooral weten dat zijn rol in het geheel beperkt was. Hij had niemand vastgebonden, hij had alleen dat kleine zakje met drugs meegenomen.

Toen de hoofdbewoner terugkeerde uit Suriname stelde die vast dat er meer spullen waren verdwenen. Een paar schoenen van het merk Lacoste, maat 41. Zeven riemen van slangenleder. Een opvallende tas.

Domme, domme Errol. De herkenning leidde eerst tot een tap op zijn telefoon. Toen dit niets opleverde volgde een huiszoeking. In zijn woning vond de politie een paar schoenen van het merk Lacoste, maat 41. Een riem van slangenleder. Een opvallende tas, met daarin een klein zakje drugs. En ook nog een in Groningen gestolen laptop.

Rechter: ‘Welke schoenmaat heeft u?
Errol: ’43’.
Rechter: ‘Het waren dus niet uw schoenen.’

De officier van justitie zegt met twee vingers in de neus dat er bewijs te over is. En dat ook domme acties serieuze consequenties moeten krijgen. En dus dat Errol het restant, die 1155 dagen, alsnog moet uitzitten. Eigen schuld. En als hij al die dagen heeft uitgezeten, kan hij beginnen aan de nieuwe straf die hij moet krijgen voor de kwestie in Sappemeer: vier jaar. Inderdaad, daar dan twee derde van. Het restant (480 dagen) mag dan weer op de lat, op de stok achter de deur. Dit is de eis.

De advocaat: ‘Ik had gehoopt op iets meer nuancering. Helaas is die er niet.’

Rob Zijlstra

update – 18 juni 2019 – uitspraak
De rechtbank heeft Errol veroordeeld. Tegen de verdachte zei de rechter bij de uitspraak: ‘U wilde genade, maar wij gaan u een zware straf opleggen.’ Het werd wel een onsje minder dan de eis. Geen vier jaar, maar drie jaar celstraf. Maar wel met die 1155 dagen als extraatje erbij. De rechters: ‘U was een buitengewoon gewaarschuwd mens.”  Errol zweeg.

 

3 gedachtes over “Dom, dom, dom

  1. Die andere twee zijn dus niet gevonden? Als Errol zoveel spijt heeft dan had hij daar ook wel wat informatie over mogen geven.

    • Ja, van je “vrienden” moet je het maar hebben, toch? Het maakt geen verschil of die “vrienden” al of niet worden opgepakt, en proberen de (mede)schuld op die vrienden te schuiven maakt jou niet minder schuldig. Naar Amerikaanse begrippen is de opgelegde straf zeer licht; je flikt zoiets in de VS (waar ik woon) kijk je tegen 25 jaar minimum aan (“aggravated burglary”). Deze misdaad heeft overigens verzwarende omstandigheden: de bewoner van de schuur overvallen en vastbinden, en hem daarna ook nog aan zijn lot overlaten zou je nog een extra 10 jaar opleveren, denk ik.

Laat een reactie achter op Jaap Reactie annuleren

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s