Relatietwist

Er had maar een klein stukje in de krant gestaan.
Boven het artikeltje stond: Stadjer dood door relatietwist.

Het bericht zelf vermeldt dat de politie denkt dat een uit de hand gelopen ruzie de oorzaak is van een gewelddadige dood van een 34-jarige man uit Groningen. Het slachtoffer is met een mes neergestoken. Een 30-jarige vrouw wordt als verdachte gezien.
Verder vermeldt het krantenbericht dat de twist in de relationele sfeer ligt.

Bijna altijd zijn vrouwen het slachtoffer van relatietwisten.
Nu is het andersom.
Het mes in de borst had een kransslagader geraakt wat heeft geleid tot functieverlies van het hart van Jurnel J. Peters, zo staat het ietwat klinisch in de dagvaarding.

Donderdagmiddag wordt de inmiddels 31-jarige Paula zittingszaal 14 binnengeleid. Schichtig kijkt ze de rechtszaal in, waar, op de volle publieke tribune, niet alleen haar vriendinnen zitten, maar ook de verdrietige familie van haar vriend die nu nabestaanden zijn.

De rechters zeggen tegen Paula dat er op 23 april wat is gebeurd.
En of ze nog eens wil vertellen wat.

Als ze is uitgepraat, wordt weer eens duidelijk hoe akelig dun de lijn is tussen een kapot gegooid servies en een gewelddadige dood.
Bedenk daarbij dat de meeste levensdelicten in Nederland een oorzaak hebben in huiselijke twisten.

Paula vertelt dat ze samen aan het schoonmaken waren.
Dat ze haar zoon naar zwemles moest brengen en dat, toen ze klaar waren met schoonmaken, haar dochter thuis was gekomen van school.
Ze hadden toen al flink ruzie.
Dit was een dag eerder.
Hij was toen weggegaan.

Ze hadden vaker ruzie.
Heel vaak, had een buurman later tegen de politie gezegd, zij het dat het hem was opgevallen dat het de laatste tijd wel wat rustiger was.
Vorig jaar november had zij een keer aangifte gedaan.
En weer ingetrokken.
De oudste dochter had de politie ook wel eens gebeld.

Op vrijdag, vroeg in de ochtend, hoort ze hem weer thuiskomen.
Ze had op haar telefoon gekeken en zag dat 05.20 uur was.
Hij had toen zijn dingen gedaan, koffie gedronken en sigaretten gerookt.
Daarna was hij gaan slapen.

Paula was op haar beurt opgestaan om haar dingen te doen.
Ze had de broodtrommeltjes voor de kinderen klaargemaakt.
Ze moest die dag met haar auto naar de garage voor de APK.
En om elf uur was er iets op de school van haar zoontje waar ze bij mocht zijn.

Tegen de rechters zegt Paula: ‘Hij had nog vijftig euro van mij. In zijn broekzak vond ik dertig euro. Ik heb twintig gepakt en tien laten zitten, zodat hij niet blut zou zijn.’

Als ze later thuiskomt, is hij wakker en zit hij achter de computer.
Sinds de ruzie van de vorige dag hebben ze nog niks tegen elkaar gezegd.
De kou is nog niet uit de lucht.
Er vallen opnieuw woorden.

Hij wil zijn geld terug.
Zij weigert, zegt dat het haar geld is.
Op de tafel ligt een mes.

Paula: ‘Hij wou dat mes pakken. Maar ik was eerder.’
Rechters: ‘En toen?’

Paula vertelt dat ze samen aan haar tas trokken, aan de tas met daarin het geld.
Rechters: ‘Stond u dicht bij elkaar?’
Paula: ‘Ja.’

Ineens laat hij de tas los en zegt: ‘Je hebt me gestoken.’
Zij: ‘Dat kan niet.’
Ze loopt weg, want ze wil weg.
Ze loopt naar buiten, naar haar fiets.
Hij loopt achter haar aan.
En zakt in elkaar.

Paniek.

Paula gooit het mes in de brievenbus, zet haar vriend die dan nog bij bewustzijn is, in de auto en rijdt zo snel ze kan naar het ziekenhuis.
Rechters: ‘Naar het UMCG. En niet naar het Martiniziekenhuis, dat veel dichterbij was.’
Paula: ‘Ik was in paniek.’

In de hal van het ziekenhuis schreeuwt ze dat er iemand gewond in de auto zit.
Niet lang daarna sterft Jurnel J. Peters.

Paula wordt in het ziekenhuis aangehouden.
Eerst vertelt ze nog een leugen.
Dat haar vriend plots voor de deur stond, gewond was en dat zij hem toen snel naar het ziekenhuis had gebracht.
Het is een te snelle leugen.
Dan vertelt ze het verhaal zoals ze dat zojuist aan de rechters heeft verteld.

Zegt: ‘Het was een vechtpartij.’
En dat hij, als ze ruzie hadden, wel vaker met een mes dreigde of daarmee achter haar aanzat.
Dat ze best bang voor hem was.
Dat ze plannen had de relatie te verbreken.
Hij had nog een andere vrouw.
Daar was hij die nacht ook geweest.

De advocaat vult aan: ‘Het mes was ook van de minnares.’

De officier van justitie zegt dat het geen moord is.
Maar wel doodslag.
Dat Paula niet heeft gemerkt dat ze heeft gestoken, vindt ze niet geloofwaardig.
‘Zeven centimeter diep.’

De advocaat: ‘Is er sprake van opzet? Van boze opzet?’
De officier van justitie: ‘Ze heeft eerst gelogen. Ze heeft vanuit het ziekenhuis vriendinnen gebeld tegen wie ze zei dat ze Jurnel had neergestoken.’

De advocaat: ‘Ze hadden ruzie, hij wilde het mes pakken, hij nam een meer dan dreigende houding aan.’
De officier van justitie: ‘Ze moet met kracht hebben gestoken. Er is ook een rib doorkliefd.’

De advocaat: ‘Ze heeft zijn dood niet gewild. ‘
De officier van justitie: ‘Ze heeft een verkeerde keuze gemaakt.’

Advocaat: ‘Het is noodweer.’
Officier: ‘Ik eis zeven jaar gevangenisstraf.’

Rob Zijlstra

.

UPDATE – 4 november 2010 – uitspraak
Paula is veroordeeld wegens doodslag tot vier jaar celstraf. De rechtbank vindt dat er sprake is van opzet, zij het geen boze opzet. Tijdens de ruzie pakte ze een mes dat op tafel lag. Daarmee heeft ze het risico aanvaard dat het fout zou aflopen. De rechtbank komt tot een lagere straf dan was geeist, omdat er in de relatie vaker sprake was van geweld waarbij het slachtoffer de agressor was. Noodweer, zoals de advocaat had betoogd, gaat nie top omdat er geen noodweersituatie was. Bovendien heeft Paula zich niet bewust verdedigd, immers ze had niet door dat ze haar partner stak.

HET VONNIS (volgt)

7 gedachtes over “Relatietwist

  1. Tja, aan die rib dacht ik ook.
    Ik zou wel willen weten hoe heftig de echtelijke twist om de tas was en of ze erbij zijn gevallen ofzo.
    Daar zou het wel eens op aan kunnen komen als de rechters het met de door Rob gegeven feiten moet doen.

    Leuk dat je er weer bent Jente 🙂

  2. Sorry voor de dubbelpost: dan moeten we wèl weten wat de OvJ precies met ‘doorkliefd’ bedoeld. Ik zou als rechter -als ik het met de door Rob gegeven feiten zou moeten doen- wel een foto of tekening of nauwgezette beschrijving van de verwonding aan de rib willen zien.
    De uitspraak van de Ovj klinkt trouwens niet direct als een accurate wetenschappelijke beschrijving. Of de OvJ zou de term ‘doorkliefd’ uit een rapportage ‘geplukt’ kunnen hebben waarbij dan op deze plek niet meer is vast te stellen of er een gedeelte van de tekst zodanig uit z’n verband is gerukt dat de oorspronkelijke bedoeling van de tekst van de rapportage uit z’n verband is gerukt.
    Ofzo. 🙂

  3. ‘Noodweer, zoals de advocaat had betoogd, gaat niet op omdat er geen noodweersituatie was. Bovendien heeft Paula zich niet bewust verdedigd, immers ze had niet door dat ze haar partner stak.’

    Kijk, dat vind ik toch mooi om te vernemen dat een rechter soms oog heeft voor logica. Sorry, ik bedoel: mooi om te vernemen dat een rechter soms kiést voor logica.

    En daarna gaan ze er een mouw aan passen.
    En ze doen dan alsof ze alles overzien hebben.
    En dàt is niet altijd zo uiteraard.
    Want wie overziet nu alles?
    Ervan uitgaande dat rechters wijs genoeg zijn om te weten dat ze niet alles kunnen overzien, betekent dat dus dat rechters wéten dat ze vonnissen wijzen terwijl ze wéten dat ze niet alles van de zaak weten.

    Of zijn rechters al tevreden als ze kunnen doen alsof ze alles overzien zolang of zo gauw ze ingedekt zijn?
    Of stoppen ze met denken zo gauw ze denken ingedekt zijn?
    Nja, dat wil er bij mij ook niet in.
    Maar als rechters vonnis wijzen en daarbij elke keer wéten dat ze er misschien voor een bepaald deel ‘naast zitten’ dan zou het niet onlogisch zijn als ze het criterium leggen bij de veilige grens dat ze (door latere rechters) ingedekt zijn. Want welk werkbaar criterium ligt verder?

    Ik vraag me daardoor af hoe een rechter kan leven met een vonnis dat hij wijst terwijl hij weet dat het misschien een ‘onjuist’ vonnis was.
    En dat moet de rechter -volgens mijn logica- zichzelf dus bij elk vonnis opnieuw afvragen.
    Want ik kan me niet voorstellen dat een rechter die zich ervan bewust is dat hij niet alles weet, een vonnis wijst waar hij voor 100% achter staat.
    Moeilijk beroep, lijkt me.

    Wel weer een leuk stukje in ieder geval. 🙂

  4. Ja jongelui, ik weet dat ik vaak doe of ik de wijsheid in pacht heb.
    Maar hetgeen ik in bovenstaande schreef is mij echt niet helemaal duidelijk.
    Is er iemand die mij enigszins kan wegwijzeren?
    Maakt niet uit welke kant uit, elke gedachte kan mij op weg helpen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s